fotografieElsZweerink
interviews n.a.v. Vreemd Bloed
Libelle 35, augustus 2010

Ebru Umar is columniste en schrijfster. Iedere week stelt ze kritische vragen aan bekende en minder bekende mensen.

Interview: Ebru Umar

Ebru &
Maria Goos


Maria, je schrijft zowel filmscenarios als toneelstukken. Wat vind je spannender?
“Een toneelpremiere is altijd wel spannend, een film die in première gaat is al af, die heb je al een paar keer gezien. Van het stuk DOEK! dat 2 oktober in premiere gaat, zijn dit voorjaar 23 try outs geweest waarin het is een aantal keer is voorgekomen dat Loes Luca of dat Peter Blok de tekst kwijt was. Ze spelen samen een stuk van anderhalf uur. Dat betekent dat ze allebei veertig pagina’s tekst moeten kennen. Dat is veel. Dus die premiere is alleen om die reden al heel spannend. Maar wel het leukst. Bij toneel ligt mijn hart.”

Ik las ergens dat je allemaal verhalen in je hoofd hebt. Hoe komen die daarin?
“Het is denk ik als bij schilders, die kijken naar de realiteit in vorm en kleur en dan ontstaat een schilderij. Als schrijver is het vaak zo dat je empatisch in de wereld staat, dat je vaak plaatsvervangend denkt voor iemand, hoe zou hij zich voelen, waarom reageert hij zoals hij doet en wat zou ik doen in zo’n situatie. Dan ontstaan ‘stel dat’ situaties: stel dat die man die op een terras aan het eten is opeens alles van tafel veegt. Hoe zou die vrouw die daarbij is dan reageren? Of iemand begint opeens heel hard te schreeuwen in het restaurant, wat gebeurt er dan? Het denken in ‘stel dat’ situaties is een automatisme geworden, en het kan best zijn dat honderd situaties niet leuk zijn maar de 120ste zou zomaar eens een leuk verhaal kunnen worden.”

Heb je nooit gebrek aan ideeën?
“Ik heb nog nooit gedacht o ik heb niets meer, nee. Ik heb altijd meer ideeën gehad dan ik aankan… Een idee is een flits, daarna moet je het nog uitwerken. En dat kan maanden duren.

Hoe schrijf jij? Neem je vrij, ga je weg, zit er regelmaat in?
“Hoeveel ik ook van schrijven houd, zonder een keiharde deadline komt er niet veel uit. Dan wordt het echt een last. Ik kan maandenlang met een grote boog om de computer heenlopen, dat is niet leuk en ik voel me schuldig en alles propt maar op en tóch ga ik niet aan de slag. Ik had het er ook met andere schrijvers over, ik kan het niet verklaren. Je weet dat als je begint je er gelukkig van wordt en toch doe je het niet. Misschien is er wel een diepe angst dat als je begint ‘het’ niet gebeurt, en ‘het’ op blijkt te zijn.”

Maar heb je die angst dat ‘het’ op is dan niet voor een deadline?
“Nee. Maar eer ik begin maak ik wekenlang het huis schoon, laat ik de hond uit, beantwoord ik de post, strijk ik de dekbedhoezen en die zou ik echt niet strijken als ik niet eigenlijk had moeten zitten schrijven.En als ik niets meer kan verzinnen om te doen, komt de paniek naar boven en rolt het er in een paar weken uit. Ik schrijf al 25 jaar en probeer er al 25 jaar structuur in aan te brengen door bijvoorbeeld twee uur per dag te schrijven maar het blijft moeilijk. Er zijn schrijvers met een kantoor buitenshuis maar daar moet ik niet aan denken. Daar moet je dan helemaal naartoe en heb je helemaal geen excuus meer om niet te schrijven. Ik wil gewoon in bad kunnen als het even niet gaat of een uur met de hond wandelen. Dat hele geconcentreerde schrijven spreekt me niet zo aan. Dat komt denk ik ook omdat ik nogal meanderend schrijf. Ik wee van te voren alleen maar in grote lijnen wat er gebeurt.”

Was het moeilijk om het scenario voor Vreemd Bloed te schrijven of wordt zoiets makkelijker met de jaren?
“De ontwikkeling van een schrijver met een potentieel talent naar een échte schrijver duurt een heel leven lang. Dat gaat traag. Zeker als je steeds iets nieuws wilt proberen. Ik heb bij ‘Vreemd Bloed’ voor het eerst voor een scenario gekozen waarbij het beeld het verhaal vertelt in plaats van de dialoog. Het is heel cinematografisch. Van toneelschrijven heb ik geleerd hoe ik dialogen moet schrijven, van tv-schrijven heb ik geleerd hoe ik spanningsboog in 45 minuten moet opbouwen en afronden en de film probeer ik me nog eigen te maken. Eigenlijk is mijn manier van schrijven niet erg geschikt voor film maar ik houd zoveel van beeld, van in korte karige zinnen vertelde verhalen, dat ik het wil proberen. Als ik me wil blijven ontwikkelen moet ik mijn focus verleggen van dialogen en karakters – dat kan ik al.

Een rare vraag misschien maar jouw scripts gaan over mensen en hun relaties met elkaar. Wat vind je zo leuk aan mensen?
“Dat is geen rare vraag maar ik weet het antwoord niet. Het is wel zo, dat mensen me boeien, ik ken geen schrijvers die niet geïnteresseerd zijn in mensen. Hoewel, romanschrijvers zijn misschien meer naar binnen gekeerd, die kunnen zichzelf bespiegelen. Ik vind het interessant hoe mensen zijn en hoe ze zich presenteren. Daar zit altijd een frictie tussen. Het reflectievermogen van mijn karakters is beperkt, ze zijn niet dom maar hebben weinig zelfinzicht. Dat maakt ze interessant.”


→ Vreemd Bloed