|
Het zijn of niet te zijn (nr 33)
Het ging zo: mijn toneelstuk Cloaca zou op 28 september 2004 de Engelstalige première beleven in het Old Vic Theatre in Londen. Het beroemde theater waar ooit Laurence Olivier nog artistiek leider van is geweest, was in de jaren zeventig en tachtig dermate in verval geraakt dat er voor het gebouw geen andere toekomst meer leek weggelegd dan die van tapijthal. Tot David Liddiment, commercieel televisieproducent, daar met een groep rijke Londenaren een stokje voor stak. Er werd voortvarend opgetreden: het gebouw werd ingrijpend gerenoveerd en het bestuur kreeg een nieuwe voorzitter genaamd Elton John. Sir John opende de allereerste bestuursvergadering onder zijn voorzitterschap met de woorden: "My name is Elton John and I have a drinking problem. O, sorry, wrong meeting." En daarmee was de toon gezet. Het oude bestuur was binnen een half jaar vervangen door een nieuw, David Liddiment werd zakelijk directeur en de Amerikaanse filmacteur Kevin Spacey werd aangesteld als de nieuwe artistiek leider. Aan mijn stuk Cloaca de eer om na de renovatie als openingsstuk te fungeren, onder de regie van Kevin. Drie weken voor de première belt David mij op. Hij praat zacht en langzaam. Er is iets niet goed. Dat hoor ik. Maar eerst vraagt hij omstandig naar het wel en wee van man, kinderen en vrienden. Eindelijk zegt hij: "We hebben besloten om de première van Cloaca enige tijd uit te stellen. "Is er een hoog oplopend conflict? Is er iemand uit de productie gestapt? Nee, er is iets gebeurd, iets met Kevin en nu is de pers op een nare manier zo op hem aan het inhakken dat hij overweegt om het bijltje erbij neer te gooien en het land te verlaten. Hij laat een lange pauze vallen. Zijn lage stem was nog een octaaf gezakt toen hij nauwelijks verstaanbaar vervolgde: "Laten we het nog maar even aanzien. Als je naar de repetitie komt kijken is de storm misschien gaan liggen." Een paar dagen later ontmoet ik hem, Kevin. Vrolijk. Niets aan de hand. Alleen een bult boven zijn oog en een schaafwond op zijn hoofd. Gevallen? Hij doet net of hij me niet hoort, pakt koffie en loopt weg. Dan krijg ik het verhaal te horen, van David. Het was diep in de nacht. Minnie, de hond van Kevin, moest plassen. Kevin liet haar uit, in een park. Daar is hij toen aangesproken door een jongen die vroeg of hij even gebruik kon maken van zijn telefoon. Die jongen is er vervolgens met de telefoon vandoor gegaan. Kevin is achter de jongen aangerend en is daarbij over de lijn van hond Minnie gestruikeld. Vandaar bult en schrammen. Daarna heeft hij aangifte van diefstal gedaan en een paar uur later was dit voorval voorpaginanieuws van bijna alle Engelse kranten. Wat de Engelsen vooral bezighield was de vraag wat Kevin zo laat in dat park deed. Dagenlang is toen de seksuele geaardheid van Kevin hét onderwerp in de Engelse kranten geweest. Hield ie nu van honden of van katten? Hij pareerde de pers laconiek: "When your doggie has to go, she's got to go." Is Kevin homo? En zo ja, waarom zegt ie dat niet? Elton John is homo en maakt daar bepaald geen geheim van. David Liddiment is openlijk homo en bijna alle vertalers van Cloaca zijn homo. Veel van onze acteurs zijn openlijk homo, waarom is Kevin niet openlijk homo? Dan waren hem die beschamende speculaties rondom het parkincident bespaard gebleven. Voorop gezegd: ik weet niet of Kevin homo is. Ik heb het hem nooit gevraagd en het interesseert me ook niet. Het enige wat hij er in het openbaar over gezegd heeft, is het volgende: "Alles wat ik over mezelf bekend maak, verstoort de illusie van de kijker." Is dat zo? Zou je anders naar American Beauty kijken als je zou denken te weten dat de heterohoofdrol door een homo gespeeld wordt? Wij zijn een gek volk. Wij zitten nergens mee. Als bij ons een homoacteur overtuigend een hetero kan spelen is er niemand die hem die rol dan toch niet zal geven vanwege zijn persoonlijke seksuele voorkeur. Dat is lang niet overal zo. Een acteur, hoe briljant ook, die openlijk homo is, zal een rol als die van Lester Burnham in American Beauty van de Amerikaanse producenten nooit krijgen, want dat pikt het publiek niet. Ons publiek pikt veel. De mensen in de zaal zijn altijd verkouden, vergeten hun mobiel uit te zetten, maar man, wat zijn ze ruimdenkend. Alles kan bij ons. Vrije geesten! Vooruitstrevend. Wij hebben het allerbeste publiek ter wereld. Mede namens alle nichten: dank! |
|
|