fotografieElsZweerink
Haten (nr 23)
Ze haten ons. Ergens wist ik het al wel een tijdje, maar het kwam toch hard binnen toen het zo zwart op wit in de krant stond. Mijn dochters worden wel es uitgescholden voor ‘blanke kuthoer' en ik heb zo af en toe ook wel es zo'n nare ervaring. Is dat een uiting van die haat?

Als niet wijkbewoner durfde ik vroeger niet door de Lange Gampel, de achterbuurt van Breda. Toch deed ik het soms, met een bonkend hart. Eén keer heeft een man die op de grond tegen zijn huis zat, geprobeerd mij te laten struikelen door plots zijn been te strekken. Was dat haat? Eén keer mocht ik niet naar binnen bij een jarig klasgenootje uit een andere wijk. Ik stond voor de deur. De moeder bekeek mij en het beviel haar niet wat ze zag. Ik hoorde niet bij haar milieu en werd naar huis gestuurd. Was dat haat? Op mijn veertiende kwam de vader van mijn vriendinnetje, de man was archivaris, mijn moeder verzoeken mee te werken aan een, zoals dat nu heet, ‘ontmoedigingsbeleid'. Hij was bang dat ik een slechte invloed op zijn dochter zou gaan uitoefenen. ‘Kwestie van milieu.' Toen hij weg was haalde mijn moeder haar schouders op, wierp mij een sigaretje toe en zei : ‘Hoog in z'n bol.' En ze lachte.

Toen onze dochter op een volkse lagere school ging, we hebben het over Amsterdam 1991, werden mijn man en ik heel consequent door de andere ouders geweerd, hoe we ook ons best deden om van het volk te zijn. Was dat haat? En had het tot haat mijnerzijds kunnen leiden? Ja. Dat had gekund, maar het is niet gebeurd. Waarom is het niet gebeurd? Omdat ik een geweldig leven heb, daarom en alleen daarom. ‘Living well is the best revenge.' Onthou dat goed.

Soms haat ik Marokkanen. Echt waar. Maar alle haat is onmiddellijk verdwenen als ik een leuk gesprek heb met Tarik of Fatima, over hoe het nu toch verder moet in onze stad, met ons. Voorlopig ontmoet ik Tarik en Fatma alleen maar in geconstrueerde situaties, bijvoorbeeld tijdens een etentje dat door het stadsdeel is bedacht. Tarik en Fatima haten mij niet. Heel erg veel Marokkanen haten ons niet en een kleine groep haat ons wel. Die kleine groep bestaat voor het oog uit minderjarige jongetjes. Die jongetjes moeten aangepakt. Bij die jongetjes is veelal het geweten niet ontwikkeld. Geweten ontwikkelen gebeurt alleen maar als je jezelf kunt en wilt verbinden met anderen. Die wil is er niet altijd dus ze kunnen niet aangesproken worden op hun gedrag. Ze kunnen alleen nog maar geconditioneerd worden. Goed gedrag belonen en slecht gedrag bestraffen. Hoe komen die jongetjes zo. Wie voedt die haat. Wie staat ze in de weg bij het ontwikkelen van een geweten? Hoe kunnen jongetjes die te maken hebben Nederlandse docenten, met Nederlandse dokters, met Nederlandse voetbaltrainers, met Nederlandse klasgenoten, hoe kunnen die ons haten?

Het komt misschien wel door de moeders. De geïsoleerd levende moeders, die hier tegen hun zin naartoe zijn gehaald, die op de wereldbol niet kunnen aanwijzen in welk land zij zich bevinden, die uit een kleine primitief levende dorpsgemeenschap zijn weggeplukt om hier kinderen te krijgen op een étage in de Kinkerstraat. Die onzichtbare groep, die zich hier onveilig voelt, tussen ongelovige en door seks geobsedeerde wezens. Die groep bange moeders zet, waarschijnlijk onbewust, aan tot haat, uit angst en onwetendheid over waar en met wie ze leven. Ze hebben geen plek op de arbeidsmarkt, geen plek in de gemeenschap, ze hebben geen status, ze hebben binnen het huwelijk niet de rechten die voor ons zo vanzelfsprekend zijn en bovenal: ze willen hier niet wezen. ‘Living well is the best revenge' gaat voor hun niet op.

Ik sprak met een Turkse vrouw die vertelde dat haar moeder de eerste twintig jaar dat ze hier was alleen maar bang is geweest. En dientengevolge depressief. Maar ze had wel zes kinderen op te voeden. Het ging pas beter met haar toen ze naar een Turkse vrouwenbeweging durfde te gaan. Maar dat heeft dus twintig jaar geduurd en inmiddels zijn haar kinderen volwassen. Niet met alle zes is het goed verlopen. En eigenlijk is het een wonder dat het niet met alle zes helemaal fout is gegaan.

Het heeft geen zin om het probleem met de Marokkaanse jongens op te lossen door ons alleen te richten op de zichtbare groep. Als we wachten tot we de moeders gaan zien doordat ze ruiten inslaan, mensen beroven en meisjes schofferen, kunnen we lang wachten. En dat kan niet meer.