|
FIETS (nr 19)
Goedemiddag agent. Ik bel u omdat ik een fiets in het plantsoen gevonden heb. Een vrij nieuwe fiets met een opengebroken slot. Da's mooi mevrouw. Wanneer kunt u de fiets komen brengen? Sorry? Wanneer kunt u de fiets naar het bureau komen brengen? Nou… niet. Ik wilde van u weten wanneer u hem kunt komen halen. Daartoe zijn wij niet in de gelegenheid mevrouw. Fietsen passen niet in onze dienstauto en wij hebben geen busje of een ander vervoermiddel dat we mogen inzetten om ze op te halen. Dan laat ik het hier bij. Waar laat u het bij? Bij die gestolen fiets. Die laat ik dan bij mij in de tuin staan. Ik kan u niet aanraden om een mogelijkerwijs gestolen fiets in uw tuin te hebben staan, mevrouw. Maar waar slaat die campagne dan op van Nederland Veilig waarin ons aangeraden wordt om altijd aangifte te doen van een vernielde abri, een in brand gestoken prullenbak, een verdachte tas, een fiets in de struiken? Die campagne is niet door mij verzonnen mevrouw. Door wie dan wel? Door mensen die geen idee hebben van de werkdruk waar wij onder te lijden hebben. Stilte Wat doen we nu met die fiets? Tja… als u niet in de gelegenheid bent om die fiets… Ik ben wel in de gelegenheid maar ik wil het niet! Dan heeft u nu dus mogelijkerwijs een gestolen fiets in uw tuin staan. Wat bedoelt u daarmee? Dat dat mogelijkerwijs niet verstandig van u is. Ik begin spijt te krijgen dat ik u gebeld heb, begrijpt u dat? Volkomen mevrouw, volkomen. Ik gooi die fiets weer terug. U weet dat u dan in overtreding bent? Ja. Als u mij dan komt arresteren, komt u dan in een busje? Dan kunt u misschien meteen die fiets… Had u verder nog iets? Eh ja, 'es kijken, twee kilo aardappelen, kruimig graag. Dag mevrouw. Dag agent. Deel 2. Vrouw legt een fiets in de struiken. Een buurtbewoner hangt uit het raam. Hallo! Hallo! Waarom moet dat bij mij voor de deur? Hij lag hier vannacht al toen ik m'n hond uitliet. Geen slot? Geforceerd. Wat moet ie kosten? Sorry? Wat wil je ervoor hebben? Hij is niet van mij. Doet het licht het nog? Ik… zet hem wel in het fietsenrek. 75 euro. Nee! Nee? Het is niet eens jouw fiets. Hoeveel dan? Hij gaat in het fietsenrek. Welk fietsenrek? Heel ver weg. Een fietsenrek op Schiermonnikoog. Okee. Honderd euro. Ik heb me net bedacht. Het is toch mijn fiets. Echt niet! Wel! Wel! Echt wel! |
|
|