fotografieElsZweerink

Op mijn eigen manier en anders niet

Interview gepubliceerd in HMC Dagbladen, maart 2022. (download pdf)

Tekst: Madelon Meester
Foto: Ella Tilgenkamp
Toneelschrijver Maria Goos is nog altijd hartstikke productief, maar de druk is weggevallen. Het grote cadeau van ouder worden, vindt ze: tijd. „Soms mis ik het pieken nog wel, hoor. Maar jeetje zeg, wat heb ik lang doorgeraust!”

Je zou het Maria Goos’ handelsmerk kunnen noemen: autobiografische toneelstukken. Eerder maakte ze onder meer al ’Smoeder’, voor zichzelf en Marcel Musters, over hun - je raadt het al - moeders. Daarna kwam er ’Oumi’, voor acteur Nasrdin Dchar, over zíjn moeder. En nu is er ’Uit Het Hoofd’, voor haar goede vriendin Loes Luca. „Ik ken Loes al dertig jaar en tussendoor maakte ze wel eens opmerkingen over haar jeugd. Dan zei ze bijvoorbeeld: ’Ik heb tot mijn 9e op de bank geslapen’. Of: ’Mijn vader had allerlei vriendjes en nam die ook mee naar huis’. Na dertig jaar vriendschap dacht ik: vertel me nu maar eens het hele verhaal. We zijn samen naar Parijs gegaan en toen is zij gaan vertellen en ik gaan schrijven.”

’Uit Het Hoofd’ gaat over heel veel, maar vooral ook over het prijskaartje dat er hangt aan altijd maar sterk zijn. „Loes staat bekend als een comédienne die alles durft en kan”, legt Goos uit. „Ze is zelf ook in dat imago gaan geloven. Maar op een gegeven moment gaat dat niet meer. Dan kom je erachter dat je die angsten niet hebt overwonnen, maar hebt koest gehouden omdat er geen tijd en ruimte voor was.” Goos doelt op de periode na het overlijden van Luca’s man; theatertechnicus Harald van der Lubbe. „Toen raakte Loes in een diep proces van rouw, te vergelijken met een depressie. Voor het eerst in haar leven werd ze apathisch. Ze wilde niets meer en zat maar te drinken en te roken. Ze heeft het overleefd, maar sindsdien is ze wel veranderd. Ze is gevoeliger geworden. Iets wat ze door het ouder worden heeft geleerd. Ik heb er een jonge actrice Kaatje Kooij tegenover gezet. Zij staat aan het begin van haar carrière en kijkt tegen Loes op, maar gaandeweg het stuk draaien die rollen om.” Lachend: „Nu ik het zo vertel, zit het eigenlijk behoorlijk goed in elkaar.”

Hoe vindt u het zelf om ouder te worden?
„Een groot voordeel van ouder worden vind ik dat je t-ij-d hebt voor de dingen. Tijd! Jéétje zeg, wat heb ik lang doorgeraust en op euforie geleefd. Soms mis ik dat pieken nog wel hoor. Dat door en door en doorgaan, maar dat kan mijn lichaam helemaal niet meer aan en mijn geest trouwens ook niet. Ik doe nog steeds veel, maar ben noodgedwongen wel minder gaan doen. Ik heb dat lang als verlies gezien, maar nu zie ik het als winst.”

De druk is weggevallen.
„Ja, dat vind ik enorm fijn aan ouder worden. Ik ben ook dol op oude mensen. Mijn vriendin Hedy d’Ancona is 84 jaar en ik ga ook wel eens iets drinken met Jenny Arean en die is ook al bijna tachtig. Dat zijn allemaal zulke leuke dynamische mensen. Ik vind met name vrouwen leuker worden als ze ouder worden.” Trekt een vies gezicht: „Mannen daarentegen worden in veel gevallen een beetje suf. Vrouwen houden de cultuur in stand. Die gaan naar het theater, musea en kunnen putten uit dat enorme sociale leven dat ze hebben opgebouwd. Die diepe, diepe vriendschappen. Mannen hebben dat niet. Althans, die van mijn generatie. Jongere mannen doen dat beter vind ik, alhoewel ik wel vind dat die over het algemeen laat volwassen worden. Ik heb een dochter van 34 en eentje van 30. Die van 30 heeft geen lover op dit moment of juist een paar tegelijk. En veel van haar vriendinnen, begin-dertigers, hebben ook geen vaste relatie. Die mannen blijven maar met afgezakte broeken lopen en met een knotje op zo’n heel dun fietsje fietsen. Ik praat wel erg in algemeenheden, hè? Laat ik zeggen: de jongens in mijn omgeving. In Amsterdam.” Sinds de scheiding met acteur Peter Blok, met wie ze ook samen toneelstukken en series schreef, woont Goos alleen in een appartement op de Amsterdamse Haarlemmerdijk. De scheiding hakte er flink in, maar het alleen wonen vindt ze zalig. „De rust, de vrijheid, de ruimte. Er zijn dagen dat ik voor 12 uur nog helemaal niks heb gezegd. Dat vind ik héérlijk. Ik kan rustig mijn yoga doen, een muziekje luisteren… Ik kan ook urenlang zitten mijmeren en kom daardoor op allerlei originele gedachten. Soms heb ik het gevoel dat ik weer een student ben, maar dan een heel rijke. Als je alleen bent leer je jezelf weer op een andere manier kennen. Ik lijk weer meer op wie ik vroeger was voor het huwelijk.”

Moeders zijn een terugkerend thema in je werk. Hoe was u zelf als moeder?
„Ik heb een kleindochter van vier, Lena, en laatst nam ik haar mee naar het Rijksmuseum. Mijn dochter zei: ik vond het zelf ook altijd heel indrukwekkend om met school naar het ’Vrouwen worden leuker als ze ouder worden, mannen worden vaak een beetje suf’ Rijksmuseum te gaan. Ik dacht: met school? Niet met mij? Ging ik dan niet met mijn eigen kinderen? En dat deed ik inderdaad niet. Waarschijnlijk omdat ik het razenddruk had. Het is leuk dat als je oma wordt, je nog een herkansing krijgt en al die dingen waar je toen geen tijd voor had alsnog te doen.”

U vindt dat u achteraf te weinig tijd met uw kinderen had?
„Ja, achteraf vind ik dat ik te hard heb gewerkt. Maar als ik dat niet had gedaan: hoe was de situatie dan nu geweest? Dan was ik misschien wel armlastig en moest ik in een soepwinkel gaan werken. Het is ook niet iets wat mijn dochters mij verwijten, maar door mijn kleindochter realiseer ik me hoe weinig tijd ik had toen mijn dochters klein waren. Ik had het er laatst met mijn ex-man over. Ik vroeg hem: waren wij nou ook zo moe? Hij antwoordde: we waren kápot, maar we voelden het niet, omdat alles zo ontzettend meezat in die tijd. We hadden heel volle levens. We maakten de televisieserie ’Pleidooi’, toneelstukken, gingen veel uit. We hebben gretig geleefd, maar ik denk niet dat we onze dochters tekort hebben gedaan. Het slaat ook nergens op om te zeggen dat je het een volgende keer anders zou doen, want dan had er ook iets moeten afvallen.”

Wat ziet u als hoogtepunt in uw carrière?
„In het buitenland, maar ook in Nederland denk ik, was ’Cloaca’ het grootste succes. Het is een goed stuk, je zou het zo weer kunnen spelen, maar ik hou zelf meer van andere stukken. ’De geschiedenis van de familie Avenier’, bijvoorbeeld. Een vierdelige reeks over een arbeidersfamilie van 1956 tot 2000. Maar dat stuk zal waarschijnlijk nooit meer gespeeld worden, want er zitten twaalf acteurs in en dat is te duur. Daarnaast hou ik erg van ’Doek!’. Dat zit heel bijzonder in elkaar en is het eerste stuk waarbij ik afwijk van een lineaire vertelling. Nou, en ’Smoeder’ hebben we geloof ik wel 250 keer gespeeld, dat was fantastisch! ’Oumi’ vind ik ook erg mooi… Maar of er eentje uitschiet?” Verontschuldigend: „Ja, sorry hoor, maar ’Oud Geld’ vind ik ook nog steeds goed.” Lachend: De tv-series ’Volgens Robert’ en ’Volgens Jacqueline’ ook. En ik heb de eerste try-out van ’Uit Het Hoofd’ gezien. Na afloop hielden Loes en ik elkaar vast en zeiden we: ’we hebben iets moois gemaakt’. Als iets lukt, voel ik van binnen diepe vrede.”

Wat fijn dat u kunt terugkijken en denkt: ik heb alleen maar mooie dingen gemaakt.
Volmondig: „Ja!”

Heeft u voor de toekomst nog iets te wensen?
„Ik kijk niet meer zo ver vooruit, joh. Maar later dit jaar komt nog het toneelstuk ’Seksklimaat’, dat ik met mijn vrienden Sieger Sloot en Michiel de Jong heb gemaakt, naar aanleiding van onze ontbijtgesprekken. Een paar jaar geleden gingen we nog flink stappen samen, maar op een gegeven moment vonden we dat we daar te lang van moesten herstellen en besloten we er ontbijtsessies van te maken. Daardoor hadden we ineens heel andere gesprekken. Sieger begon veelvuldig over de klimaatproblematiek. Steeds als Michiel en mij dat op de zenuwen begon te werken, begonnen wij over seks. Al die ontbijtsessies kwamen deze twee thema’s terug: hoe verhoud je je tot de klimaatproblematiek? En hoe verhouden mannen en vrouwen zich ten opzichte van seks? Die thema’s zijn een toneelstuk geworden. En met een vriendin schrijf ik op mijn dooie gemak aan een televisieserie, maar dat laten we pas lezen als het helemaal klaar is. Ik wil geen gezeur van regisseurs en producenten meer. Ik wil het op mijn eigen manier maken en anders niet.”

’Uit Het Hoofd’ is 7/4 te zien in Amsterdam, 23 en 24/4 in Haarlem en 13/5 in Purmerend. Kijk voor de speellijst op mariagoos.nl of kikproductions.nl

Maria Goos in het kort
Maria Goos (1956) volgde ze de opleiding tot docent aan de toneelacademie in Maastricht. Ze begon haar carrière met het schrijven van toneelstukken en brak in de jaren negentig door met de advocatenserie ’Pleidooi’. Vervolgens volgde ’Oud Geld’. Beide series ontvingen allerlei prijzen. In 2000 ging het stuk ’Familie’ door Het Toneel Speelt in première, dat later ook werd verfilmd. Vervolgens kwam het stuk ’Cloaca’, dat ook werd verfilmd en een Engelse, Duitse en Spaanse bewerking kreeg. In 2007 ging het eerste deel van het vierluik ’De geschiedenis van de familie Avenier’ in première. In 2005 kreeg ze de Gouden Ganzenveer voor haar oeuvre, in 2008 de Edmond Hustinxprijs een onderscheiding voor toneelschrijvers en in 2011 de Breda Oeuvreprijs. Goos woont in Amsterdam, in 2013 scheidde ze van acteur Peter Blok, met wie ze twee dochters heeft.