fotografieElsZweerink
Maria Goos ontmoet Annemarie van Gaal
Interview gepubliceerd in de NOUVEAU, 2018. (download pdf)


‘HET LEVEN MOET NÚ GEPLUKT WORDEN!’

Annemarie van Gaal is hét voorbeeld van de geslaagde, onafhankelijke vrouw. Ze maakte al voor haar dertigste groots carrière als investeerder. Straks is er weer een nieuw seizoen een dubbeltje op zijn kant en haar boek 50 best quotes of life is net uit. ‘Ik ben een zondagskind, maar wel een die keihard werkt.’


Tekst: Maria Goos
Foto's: Stef Nagel


In de anderhalf jaar dat ik deze interviews voor Nouveau maak, heb ik twintig vrouwen mogen ontmoeten. Twintig keer zat ik met een vrouw die ik meestal niet kende urenlang aan tafel voor het gesprek. Daarvoor of daarna was er dan nog de fotoshoot. Dus zat ik ook met de geïnterviewde bij de visagist en bij de stylist. Sommige vrouwen wilden alleen met bepaalde ontwerpers, anderen wilden beslist de eigen visagist, de eigen stylist en de eigen fotograaf. Sommigen waren heel meegaand, anderen waren vriendelijk tegen mij, maar heel onaardig tegen de visagist.
En toen kwam Annemarie van Gaal. Je weet wel, die onderneemster, investeerster, zakenvrouw, columniste en schrijfster, die rijk is geworden met het opzetten en verkopen van de Russische uitgeverij Independent Media en tal van andere ondernemingen. Zij is die vrouw die boeken schrijft over hoe je met je geld moet omgaan. De vrouw die mensen met geldproblemen doortastend begeleidt in het programma Een dubbeltje op zijn kant. Deze Annemarie ging in 1990, toen ze 27 jaar was, met Derk Sauer naar Moskou, waar ze binnen vijf jaar een uitgeverij hadden opgezet met meer dan 700 werknemers. Deze Annemarie zit al in de stoel bij de visagist als ik binnenkom en ze zegt heel zacht: ‘Dag, ik ben Annemarie’. Ik heb haar zalen vol heren in pakken zien toespreken en dat doet ze zeer zelfverzekerd. Het laatste wat ik verwachtte, was een verlegen vrouw. Maar ze is verlegen, zoekend naar woorden, een beetje onzeker.

Hoe zou je jezelf omschrijven? ‘Als een zondagskind. Ik kan veel aan en ben hard voor mezelf. Ik kan heel overtuigend overkomen, maar ik ben af en toe behoorlijk onzeker. Beroepsmatig kan ik zeer kordaat zijn, maar privé ben ik soms heel besluiteloos. Na de dood van mijn tweede man in 2008 ben ik bijvoorbeeld veel te lang met een relatie doorgegaan die dat niet waard was. Daar had ik al jaren eerder mee moeten stoppen. Heel stom.’

Wat heeft jou zo’n succesvolle ondernemer gemaakt? ‘Ik ben een beetje fearless, niet snel bang. Als ik op een podium sta, voor een lezing over ondernemen of investeren of financieel beheer, dan heb ik alles uitgezocht over het onderwerp en dan heb ik geen angst. Het is misschien wel mijn geluk geweest dat ik geen economie heb gestudeerd en dus alles waar ik wat over te vertellen heb tot op de bodem uitzoek en van alle kanten belicht. Maar niet alles lukt, hoor. Ik heb met investeringen geld verloren, zeker. Bij investeringen ben je voor een gedeelte afhankelijk van ondernemers. En daar heb ik weleens fout gegokt. Maar dan trek ik ook heel snel de stekker eruit.’

Op je negentiende vertrok je uit Heerlen naar Amsterdam. ‘Ja, daar ging het gebeuren, dacht ik. En daar gebeurde het ook, maar niet zoals ik gedacht had. Ik ontmoette een Amerikaan in Amsterdam en dacht dat hij de prins op het witte paard was. Foute keuze. We zijn heel kort getrouwd geweest en bij een huwelijk hoort een kind. Mijn zoon Christopher is het enige mooie wat ik aan dat huwelijk heb overgehouden. Maar op mijn 21ste was ik dus een alleenstaande moeder zonder opleiding en zonder geld, in een stad waar ik geen familie had. Ik gaf rondleidingen bij Gassan Diamantairs, maar dat was niet te combineren met een kind, dus toen ben ik gaan solliciteren als directiesecretaresse en zo kwam ik bij VNU terecht.’

Was je daarvoor opgeleid? ‘Ik had vwo gedaan en ik sprak mijn talen wel. Van mijn vader leerde ik steno. Ik was wel goed, hoor. Mijn baas bij VNU gaf me heel veel opdrachten. Hij gaf me bijvoorbeeld de opdracht om een brief van drie jaar geleden in het archief terug te vinden. Je had toen nog van die grote archiefkasten en dan timede hij hoe lang ik daarover deed. Ik vond dat echt leuk. Ik moest voor een bepaalde ontmoeting ook weleens een paasontbijt regelen, met eitjes en paasbrood en alles, maar dan wel in december. En zulke dingen lukten me altijd.’

Het begin van je succesvolle carrière… ‘Ik werkte heel hard. Binnen een paar jaar was ik projectmanager. Dat heb ik, denk ik, van mijn vader. Hij is commando geweest en later is hij economie gaan studeren. Mijn hele jeugd lang ging hij na het eten naar zijn studeerkamertje en als ik naar bed ging, dan zat hij nog steeds over zijn boeken gebogen.’

In 1990 was jij 27 en je zoon Christopher 6. En toen besloot jij om met Derk Sauer naar Moskou te gaan om daar in opdracht van VNU het blad Moscow Magazine te gaan opzetten. Waarom wilde je dat? ‘Amsterdam was me inmiddels te benauwend. Kantoor, kind van de crèche halen, eten koken. Een sleur. Ik zocht een andere uitdaging, een andere wereld. Ik had gehoord dat VNU mensen zocht om in Rusland een blad te gaan uitgeven. Ik heb net zo lang gelobbyd tot ze mij kozen, met Derk.’

Hoe waren die tien jaar in Moskou? ‘Op werkgebied waren het mijn mooiste, meest monumentale jaren. Alles was moeilijk, alles was een probleem. Ik ben er vol ingedoken. Werken was vechten, maar als ik erop terugkijk, dan ben ik daar niet één dag ongelukkig geweest, ook niet in de tijd dat Derk en ik persoonlijk bedreigd werden door iemand die zijn “bescherming” aanbood. Dat blad Moscow Magazine mislukte. Toen zijn we daar zelf in 1992 de uitgeverij Independent Media begonnen. De Russische markt was hongerig naar bladen en wij gaven die uit; de Russische Cosmopolitan, Playboy, Marie Claire. Binnen vijf jaar gaven we twintig titels uit. Ik was er dag en nacht mee bezig. Soms sliep ik maar twee uur. Ik leerde daar ook Cees, mijn tweede man, kennen. Hij handelde in Russische kunst en veroverde mij door me prachtige brieven te schrijven, elke dag een. Mijn tweede zoon, Luca, is in Rusland geboren.’

Heeft je persoonlijke leven geleden onder je werk? ‘Dat denk ik wel. Mijn plichtsbesef is enorm. Christopher ging op zijn zesde mee naar Moskou, waar een heel lieve Russin goed voor hem zorgde. Op zijn veertiende deed ik hem op een internaat in Nederland, want ik vond de Russische middelbare scholen niet goed voor hem. Dat was voor ons allebei moeilijk. Mijn jongens betekenen echt alles voor me. Uiteindelijk ben ik, toen hij zestien was, om die reden in 2000 met Cees en mijn jongste zoon Luca weer teruggekomen. Christopher neemt het me bij tijd en wijle wel kwalijk dat ik het gedaan heb zoals ik het gedaan heb. Ik ben ook vrienden kwijtgeraakt door de manier waarop ik me ontwikkeld heb. Dat begrijp ik ook wel en dat accepteer ik.’

Toen je terug was in Nederland werd je man Cees ziek. ‘Hij was 53 en bleek zonder dat ik het wist een aantal lichte herseninfarcten te hebben gehad. Daardoor veranderde zijn karakter totaal; hij werd heel agressief en dat maakte de verzorging erg zwaar. In 2004 kon ik het niet langer opbrengen en is hij naar een tehuis gegaan. In 2008 is hij gestorven. Ik ben, tot ik in 2011 mijn huidige man Rhandy Macnack leerde kennen, alleen maar doorgegaan. Vanaf het moment waarop ik mijn aandelen van Independent Media verkocht, hoefde ik het voor het geld niet meer te doen, maar ik ben toch keihard blijven werken. Ik vond dat leuk, maar Rhandy accepteert het niet. ’s Avonds geen lezingen buiten de stad meer.’

En dat accepteer jij? ‘Ja, ik werk naast hem op de bank met mijn laptop aan mijn column als hij voetbal zit te kijken. Daar word ik ook supergelukkig van.’ In een eerder interview met Nouveau vertelde Annemarie al, vlak na haar huwelijk, over de nieuwe man in haar leven. ‘We hebben elkaar leren kennen in een adviescommissie van de gemeente Amsterdam, des te leuker dus dat burgemeester Van der Laan ons heeft getrouwd. Ik keek er echt naar uit en dat op mijn 53ste, mijn derde huwelijk. Bij Rhandy heb ik voor het eerst het gevoel: dit is de grote liefde van mijn leven, de man met wie ik oud ga worden. Ik kan me niet voorstellen dat dit ooit voorbijgaat. Hij is in alle opzichten de man die ik wil: betrouwbaar, ongelooflijk stabiel, een man die verschrikkelijk goed weet wat hij wil, die zich door niets en niemand laat meeslepen, verleiden of van de wijs brengen. Recht door zee, maar wel heel lief en natuurlijk de mooiste man van de wereld.’

Hoe is het om in een mannenwereld te werken? ‘Ik zie dat helemaal niet. Ik ben er ook niet zo mee bezig. Ik voel helemaal niet dat ik vrouw ben en zij man, dat heb ik simpelweg niet in de gaten. Vrouw zijn vind ik te gek, hoor. We vallen in alles meer op, ook als we iets verkeerd doen, maar dat is niet erg. Bij mannen, zeker in de corporatewereld, heb ik vaak het gevoel dat ze heel erg in de pas moeten lopen. Vrouwen kunnen zich vrijer bewegen. Wel zorg ik ervoor dat ik er professioneel uitzie, maar ik heb wel veel en veel meer mogelijkheden dan die mannen in hun pakken.’

Al die centjes… wat doe je ermee? ‘Alles heeft een waarde. Dan zie ik iets hangen wat ik mooi vind, maar dan zie ik wat het kost en dan denk ik toch vaak: “Dit is het gewoon niet waard.” En dan koop ik het niet. Ik heb wel heel veel laarzen, maar verder valt het wel mee. Ik heb een zomerhuis in Spanje, maar daar wil ik zo snel mogelijk vanaf, want met een tweede huis koop je ook een bak met problemen. Rhandy en ik hebben samen een paar appartementen gekocht die we verhuren. We wonen aan het Vondelpark in een prachtig huis en ik heb één auto, van acht jaar oud. Christopher en Luca wonen op een paar honderd meter van mijn huis. Rhandy heeft drie zonen, dus samen hebben we er nu vijf. Een paar keer per jaar gaan we met alle vijf de jongens op vakantie en dat zijn heerlijke dagen. Dat ik financieel onbezorgd kan leven, geeft een heel stevige basis. Het is voor mij een voorwaarde om echt gelukkig te kunnen zijn. Je moet het leven nú plukken. Ik vind het dan ook heel erg als mensen de boel uit hun vingers laten glijden. En als ze niet begrijpen dat de stress die ze voelen, op te lossen is als ze een kasboekje gaan bijhouden en merken dat ze met een ander financieel beleid wél uitkomen. Financiële problemen leiden tot stress en door stress kunnen mensen geen verstandige beslissingen meer nemen. Door stress zakt je iq.’

Wat zou je nog graag willen doen? ‘Een boek schrijven. Fictie. Ik vind schrijven echt heel leuk. En misschien iets wat ik nog nooit heb gedaan, weet je. Acteren bijvoorbeeld. Geen idee of ik het kan, maar ik zou het graag willen proberen.’

Heb je jezelf weleens overschat? ‘Nee. Er zijn wel honderd dingen die ik niet kan, maar die doe ik dan ook niet. Navigeren bijvoorbeeld, daar gebruik ik altijd hulp bij, want zonder kan ik twee kilometer van huis de weg al niet meer terugvinden.’

Als jij het voor het zeggen had in Nederland, wat zou je dan veranderen? ‘Heb je even? Ik zou ons belastingstelsel vereenvoudigen. Geen toeslagen, heffingen en regelingen meer, maar een hoge belastingvrije voet voor iedereen. Ik zou ons politieke stelsel veranderen. Ik zou bijvoorbeeld de Tweede en de Eerste Kamer minimaal de helft kleiner maken. Ik zou pensioenfondsen verplichten om met elkaar te fuseren, ik zou provincies opheffen, dus geen dure provinciehuizen meer en geen onnodige ambtenarenlaag op provinciaal niveau. Ik zou de honderden gemeenten samenvoegen tot 25 supergemeenten. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de zorg, de rechtsstaat, de vakbonden en het schoolsysteem.’

Waar haal jij je inspiratie vandaan? ‘O, dat kan van een klein berichtje in de krant zijn. Als het iets is wat me intrigeert, dan duik ik daar helemaal in. Een terloopse opmerking kan al reden zijn om iets in mijn leven helemaal om te gooien.’

Hoe laad jij je op? ‘Ik heb geen oplaadmomenten. Ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten doen. Eigenlijk laadt mijn accu zich continu op, de hele dag door. Aan vrijwel alles wat ik doe, beleef ik plezier en dat geeft weer energie voor het volgende.’

Na ons gesprek laat stylist Pieter de kleding zien die hij voor Annemarie heeft uitgezocht. Het kan soms hectisch zijn bij zo’n shoot, maar bij Annemarie verliep alles gemakkelijk en rustig en zonder eisen. Rustig poseert ze voor de fotograaf. Aan het eind van ons gesprek komen we te spreken over de mensen uit het programma Een dubbeltje op zijn kant. Annemarie begeleidt de mensen in dat programma, zodat ze wat meer greep op hun financiële situatie kunnen krijgen. Soms lukt dat niet.
Annemarie: ’Sommige mensen laten hun emoties, vooral negatieve gevoelens, zó overheersen. Ik doe dat nooit. Ik laat mijn leven niet te veel bepalen door emoties. Laat ik het zo zeggen: ik geef ze het belang dat ze van mij mogen hebben.’

Over die laatste opmerking zit ik ‘s avonds thuis nog heel lang na te denken.



ANNEMARIE IN HET KORT
Annemarie van Gaal (Helmond, 1962) is zakenvrouw, investeerder, auteur en tv-presentatrice. Ze was o.a. directeur van de Telegraaf Tijdschriften Groep, startte een onroerendgoedbedrijf, een boetiek aan de Amsterdamse P.C. Hooftstraat en uitgeverij AM Media. Ze werkt als columnist en presenteert met John Williams het tv-programma Een dubbeltje op zijn kant. Van Gaal is getrouwd met jurist en econoom Rhandy Macnack en heeft uit twee eerdere huwelijken twee zoons, Chrostopher (35) en Luca (24).