fotografieElsZweerink
Maria Goos ontmoet Ariane Schluter
Interview gepubliceerd in de NOUVEAU, 2016. (download pdf)


‘De lat ligt alleen maar hoger’

Ariane Schluter schittert als oermoeder in het spannende familiedrama La Famiglia van Maria Goos. Ze is een van Nederlands meest bekroonde actrices, maar dat maakt het spelen er zeker niet simpeler op.


Tekst: Maria Goos
Foto's: Marc van Praag


Daar zit ze. Ze draagt een goudkleurig truitje dat een beetje schittert. Ze zit tekst te leren. Deze vrouw, een van de beste actrices die ik ken, heeft het vermogen om onzichtbaar te kunnen zijn. Ondanks haar blonde opgestoken haar en het flonkeren van haar truitje loop je haar zo voorbij als ze geen zin heeft in contact. Maar eenmaal op het toneel kan ze achthonderd mensen ontroeren met de simpele beweging van een pink. Ze heeft kleine handen. Ze lijken van porselein. Ik zag haar die pink optillen toen ze Medea speelde. Medea keek naar haar kinderen en besloot ze te vermoorden, als wraak op haar overspelige man. En alleen die pink bewoog even, onrustig, als een vlinder die op wilde vliegen.

Weet je dat nog? Dat je daar midden op het toneel stond, je kinderen zou offeren en dat je alleen maar die pink bewoog? “Nee, dat gaat niet bewust. Ik denk wel na over hoe ik taal omzet in een emotie en die emotie vervolgens omzet in een fysieke toestand, maar ik denk niet: ik ga daar mijn pink een beetje opheffen. Ik heb waarschijnlijk eerder gedacht: die vrouw, Medea, is op dat moment compleet versteend. Haar gevoelsleven is versteend, anders kan ze haar kinderen niet offeren. Ik heb, denk ik, helemaal bewegingloos gestaan en dan valt zo’n pink die wél beweegt ineens op. Als je helemaal in de concentratie zit, dan is een vingertje optillen al genoeg.”

Hoe doe je dat, toneelspelen? “Mijn ingang is de taal. En die trek ik naar binnen. Daarom is tekst leren zo belangrijk voor mij, omdat de rol daarmee in je bewustzijn zakt. Je voelt dan dat er zinnen zijn waar je aan blijft haken. Het kan ook een woord zijn. En dan weet ik: oké, daar zit een ingang naar de rol.”

Je bent enorm geconcentreerd tijdens een gesprek. Ik heb de neiging je alles te vertellen. Hebben meer mensen dat? “Ik geloof het wel. Ik geloof dat ik zo in elkaar zit, dat ik heel erg in dingen opga. Als jij me een verhaal vertelt, dan zink ik daar helemaal in. Ik denk dat ik heel goed kan luisteren. Beter dan praten, vermoedelijk. Ik zoek de publiciteit niet op. Jammer genoeg, want publiciteit is goed voor de business. En het zou ook fijn zijn voor Oxfam Novib. Die mensen doen zulk geweldig werk. Ik ben hun ambassadrice, met veel plezier, maar soms denk ik: wat hebben ze eigenlijk aan me? Ik heb, geloof ik, honderdveertig volgers op Twitter. Dat schiet niet echt op. Ik praat ook niet graag over mijn privéleven, want dan ga je al snel dingen zeggen over mensen die niks terug kunnen zeggen.”

Maar ik wil wel graag weten of je gelukkig bent… Schaterend: “Dat ben ik zeker. Ik vind het leven alleen maar leuker worden. Toen mijn oudste dochter twee jaar geleden de deur uitging, vond ik dat wel moeilijk, ik miste haar heel erg. Ik vond het lastig dat mijn moederrol veranderde. Mijn man en ik zijn nu weer heel vaak met z’n tweeen. Daardoor voelen we ons weer zoals aan het begin, 21 jaar geleden. Ik vind hem nog steeds een lieve, erg aantrekkelijke, slimme man, die goed is in zijn vak. Hij is een fantastische artdirector (maakt sets in een film en bepaalt de sfeer en de look ervan, MG). Hij kan goed relativeren en houdt me op de grond. We geven elkaar ruimte om ons te ontwikkelen, dat is ook belangrijk in een relatie. Hoezeer ik ook van mijn werk hou, de liefde en mijn gezin zijn door de jaren heen steeds belangrijker geworden. Nu geniet ik enorm van ons ‘nieuwe’ contact, gelijkwaardig en intens. Het moederschap is een ongelooflijke rijkdom in mijn leven, ik ben ontzettend dankbaar dat ik dat mag meemaken.”

Is de liefde voor je vak ook veranderd, intenser geworden? “Toen ik op de begrafenis van Annet Nieuwenhuijzen al die acteurs en regisseurs zag zitten en ik ze hoorde vertellen over Annet, dacht ik: hier hoor ik. Spelen is voor mij ook orde in de chaos scheppen. Het kan soms een emotionele chaos zijn in mijn hoofd.”

Hoe helpt spelen dan? “Spelen kanaliseert, geeft richting, biedt grenzen aan mijn melancholieke aard. En waar die aard vandaan komt… Dat weet ik ook niet.”

Waardoor ben je gaan spelen? Heeft iemand je die richting op geduwd? “Nee, helemaal niemand. Eerder het tegenovergestelde. Dat mensen zeiden: ‘Doe het nou maar als hobby.’ Ik ging vaak naar voorstellingen van toneelgroep De Appel en dat zweepte me op. Daardoor wist ik steeds zekerder dat ik naar de toneelschool wilde. Ik kom wel uit een gezin waar cultuur werd omarmd, een artsengezin uit Leidschendam. Maar dat ik zelf naar de toneelschool wilde… Ze vonden het prima dat ik het ging proberen, maar het is niet echt aangemoedigd.”

Ging het op det toneelschool meteen goed? “Nee. Ik was achttien toen ik werd aangenomen in Maastricht. Wat ik deed was matig, maar tot ieders verbazing mocht ik toch door naar het tweede jaar. En daar ging het mis. Ik zat met alleen maar vrouwen in de klas en dat was voor mij niet goed. Zeven vrouwen die allemaal een jaar of zes ouder waren. Het beruchte en beroemde vrouwenjaar van 1986. Ik dolf volledig het onderspit. Ik werd een muisje. Op zo’n moment komt het aan op je veerkracht. Ik ging, met de hakken over de sloot, naar het derde jaar. En toen moesten we sensitivity-gesprekken gaan voeren in de klas, omdat het allemaal zo moeizaam ging. Wat was ik daar bang voor. Ik weet het nog goed: ik lag in mijn bedje, werd om vijf uur wakker en… Soms heb je dat, dat het licht aangaat in je hoofd. Dat gebeurde. Ik voelde: ik ga hier niet aan meedoen, ik ga terug naar de tweede, ik ga die klas overdoen. Ineens voelde ik me heel sterk worden vanbinnen. De directeur zei: ‘Ariane, je vlucht, je vlucht.’ En ik kon uit de grond van mijn hart zeggen: ‘Ja, ik vlucht.’ Ik ben teruggegaan naar de tweede en toen kwam het goed. Toen brak ik weer open. Daar voelde ik me veilig en kon ik gaan ontdekken wat voor actrice ik was. Ik heb, door uit die crisis te komen, gevoeld waar mijn kracht zit.”

Wat maakt spelen zo leuk? “Nou, soms is het dat helemáál niet. Vroeger, rond mijn twintigste, dertigste, wilde ik spelen om te verdwijnen, weg van mezelf. Ik denk dat spelen een vlucht is.”

Waarom is het fijn om uit je eigen leven weg te kunnen vluchten? “Nou ja, vluchten is misschien niet het goede woord. Het is eerder onderzoekend dromen. Met spelen is het net alsof je naast je eigen leven nog tien andere levens kunt leiden. Dát is misschien de vlucht; dat je de beperking van je eigen leven even opschort. Als puber was het wel een vlucht uit mijn leven, hoor. Op mijn twaalfde wist ik dat ik wilde spelen, maar dat durfde ik niet hardop te zeggen. Ik dacht dat je daar een flamboyant type mens voor moest zijn. Als ik geen actrice geworden was, had ik gekozen voor de psychiatrie. Menselijk gedrag heeft me altijd geboeid. En taal. De taal is altijd een inspiratiebron geweest. Ik denk dat ik daarom nu ook de vertalersopleiding volg, naast mijn werk. Een boek vertalen uit het Engels naar het Nederlands, dat is mijn droom.”

Je bent gewend om met groepen mensen te werken. Schrijven kan heel eenzaam zijn… “Het lijkt me nu juist zo geweldig om iets helemaal in je eentje te doen. Dat je helemaal in de ziel van zo’n boek kunt duiken. Vertalen heeft ook met spelen te maken. Je moet andermans tekst taalkundig begrijpen, hem eigen maken en opnieuw vorm geven. Spelen is verrukkelijk maar je levert je altijd uit: aan een regisseur, aan een rol… Met dat vertalen kan er een autonome richting in mijn leven bijkomen, een waar ik behoefte aan heb en waar ik ook goed in ben.”

Je ingang is de taal, maar je bent geen cerebrale actrice. Je speelt je rollen heel fysiek. “Dat gebeurt vanzelf. Als het vanbinnen klopt, gaat die fysieke transformatie vanzelf. Ik identificeer me niet zozeer met een personage als wel dat ik haar gedaante aanneem. Dat vind ik zo mooi aan toneelspelen: dat je tijdelijk bepaalde gebieden van jezelf betreedt waar je anders niet zo snel zou komen. Maar het is altijd een tijdelijke verbintenis.”

Je bent een van de weinige actrices in Nederland die al dertig jaar onafgebroken werkt. Wordt het gemakkelijker om te spelen nu men weet dat je het kunt? “Neeee, de druk wordt groter, de lat ligt hoger.”

Komt dat door die kast vol prijzen? “De druk wérd daardoor wel groter, ja. Maar het hielp dat ik na een tijdje concludeerde dat ik gewoon ook heel veel geluk heb gehad. Ik heb zo ontzettend veel kansen gehad; acht jaar bij het Nationale Toneel, heel veel werken met regisseur Johan Doesburg. Die man is vreselijk belangrijk voor me geweest. We hadden een enorm goede chemie. Hij begon net als regisseur, ik als actrice. We hebben ons met elkaar enorm ontwikkeld.”

We hebben de scripts van La Famiglia een paar keer samen gelezen en daarbij viel me op dat je niet bang bent kritiek te geven en vragen te stellen die tot nadenken stemmen. Ze lijkt even te schrikken. Groene ogen kijken me onderzoekend aan.

“Vond je dat vervelend?” Nee, ik vond het zeker niet vervelend, maar ik moest er even aan wennen. Ik had die uitgesproken mening niet meteen van jou verwacht en ik had ook niet verwacht dat je zo standvastig zou zijn in bepaalde opvattingen over je rol en de tekst.

Als ik zat te herschrijven, dacht ik wel: hopelijk is Ariane er blij mee. “Ja,” zegt ze, en ze lacht een ondeugende lach, “ik kan inderdaad heel uitgesproken zijn in wat ik goed en niet goed vind. Ik werk op intuïtie en ik ga door tot het klopt en goed voelt. Maar dat botst weleens met mijn neiging om conflict te vermijden.”

En als je die niet kúnt vermijden? “Dan word ik thuis heel emotioneel bij mijn geliefde, die alles weer in perspectief weet te zetten. Maar daar merken ze op het werk niets van, hoor. Uiteindelijk ben ik niet sterk in dit soort situaties. Ik probeer heel erg de harmonie op te zoeken. Je hebt mensen die graag werken vanuit het conflict, maar ik vind dat afschuwelijk.” Ze lacht, mompelt iets dat lijkt op een verontschuldiging voor het feit dat ze conflicten vermijdt. Ze is stil. Dan zegt ze: “Het is echt niet altijd gemakkelijk, maar het is toch mijn wereld. Als ik er een tijdje uit ben geweest en ik ga daarna naar een voorstelling, dan voel ik dat heel sterk. Heb jij dat ook?”

Ja, dat heb ik ook. Ze knikt. “Fijn is dat, hè?” Ja, dat is heel fijn. En stiekem zit ik me al te verheugen op de volgende afleveringen van La Famiglia waarin ik haar kan zien spelen.





ARIANE IN HET KORT
Ariane Schluter (50) won tweemaal de prestigieuze Theo d’Or en in 2010 de Theo Mann-Bouwmeesterring. Ze speelde in talloze theaterproducties, onder andere als lid van het Nationale Toneel. Ook schittert ze in televisieseries en speelfilms. Ze won haar eerste Gouden Kalf voor haar rol in 06, het tweede voor haar rol in tv-drama Een goed leven. Schluter speelde de hoofdrol in Lucia de B. en is sinds september te zien op NPO 1 in de serie La Famiglia van Maria Goos.


LA FAMIGLIA
Ariane speelt in deze serie de rol van Marloes Esposito, die samen met haar Italiaanse man een restaurant runt en in de problemen komt wanneer een diepbewaard familiegeheim aan het licht komt. De laatste aflevering van dit misdaad-/familiedrama is te zien op 8 december.