fotografieElsZweerink
interview gepubliceerd in Trouw 26 januari 2013
tekst Annemieke Lenssinck
foto's Merlijn Doomernik

'Het is voor mij óf grote liefde óf niets'

Jarenlang leefde Maria Goos oververmoeid van piek naar piek. Tot ze borstkanker kreeg. 'Ik had eindelijk een excuus om het anders te gaan doen.'



Les 1

Mensen doen maar wat


"Toen ik mijn eerste stuk schreef, ontdekte ik de kracht van taal. Dat je elk mens een eigen taal kunt geven, dat is toch fantastisch?

Dialogen lopen bij mij vanzelf, daarvoor hoef ik niets te doen. Het vertellen van een verhaal is veel moeilijker. Daarom wordt in drama vaak dialoog gebruikt om het verhaal door te vertellen. Maar zo gaat het niet in het echte leven. Mensen praten heel inefficiënt. In de communicatie gaat voortdurend van alles mis, vaak zonder dat we het zelf door hebben. In een stuk als 'Cloaca' is dat heel duidelijk. Wij als publiek zien de misverstanden, maar de karakters zelf ervaren die niet zo.

Mensen zijn onhandig. Dat is leuk om te laten zien, dat maakt het interessant. Ik wil dat het publiek denkt: waarom zégt hij dit nou, hij bedoelt iets heel anders. Zo kan ik een tegenwicht bieden aan de signalen die we dagelijks krijgen: hoe geweldig leuk en helemaal voor elkaar mensen het wel niet hebben. Dat is niet de realiteit. Mensen klunzen, ze doen maar wat."

Les 2

Verhalen kunnen helen


"Toen ik klein was zat het leven vaak tegen verveling aan. Ik was een nakomer, welkom maar ongepland, een klein kind in een volwassen wereld. Mijn broer verloofde zich, mijn zus kwam in de puberteit. Er was heel weinig geld en mijn ouders waren druk bezig het hoofd boven water te houden. Ik bekeek dat alles als een vlieg op de muur. Een geweldige basis voor een schrijversleven.

Mijn vader leed aan een nierziekte. Hij overleed toen ik elf was. Mijn broer en zus waren net het huis uit. Opeens waren we samen over, mijn moeder en ik. Mijn moeder kreeg een depressie. Nou ja, dat heette toen niet zo. Ze had zware hoofdpijn, de dokter schreef haar een donkere bril voor. Een jaar lang was ze een zwijgende, onbereikbare en verdrietige moeder.

Om haar te helen, ging ik haar entertainen door verhalen te vertellen. Als ik uitgebreid over school had verteld, ging ik op de wc zitten om daar enorme verhalen te verzinnen. Soms kwam zo'n verzinsel aan het licht. Dan zei mijn moeder tegen de winkelier om de hoek: 'Wat erg, dat je neefje zijn beide benen heeft gebroken toen hij bij het oversteken tussen twee auto's terechtkwam'. Vre-se-lijk vond ik dat. Uit schaamte durfde ik dagen niet over straat.

Ik schrijf graag hoopgevende verhalen. Het is niet zo dat ik daarin dwingend wil zijn. Maar ik hoop dat mensen zich gesteund voelen, of getroost, dat ze er moed uit putten. Het is leuk om te schrijven over mensen met een opvatting over hoe je het zou moeten doen in het leven. En om dan ook te laten zien hoe moeilijk het is om dat realiseren. Robert uit onze nieuwe televisieserie is een goed mens, met een prachtige inborst, maar zó onhandig. Ik ken zo'n arts. Een schat van een man, die de ingewikkeldste operaties uitvoert, maar wel zijn portemonnee op het dak van zijn auto laat liggen als hij gaat tanken.

Veel mensen moeten er nog aan wennen, maar de anti-held is in opmars. Kijk maar naar 'Borgen', 'The Killing', 'Breaking Bad' of 'Homeland'. Allemaal series met afwijkende hoofdpersonen, mensen met wie iets is. Enig vind ik dat."

Les 3

Durf je levenspad te verleggen


"Op de begrafenis van mijn vader zei iedereen tegen mij: zorg goed voor je moeder. Dat heb ik heel letterlijk genomen. Een zware opgave, al vond ik dat toen helemaal niet. En het heeft gewerkt. De tijdgeest hielp ook; begin jaren zeventig werd natuurlijk alles losgewrikt. Mijn moeder hoefde niet meer mee in de burgerlijke moraal. Ze kon gaan doen wat ze zelf wilde.

Haar hele leven had ze om de drie maanden een permanent genomen, want dat hoorde zo. En toen kwam ze op een dag terug van de kapper met gemillimeterd haar. Dat was voor haar zó'n bevrijding."

"We zijn in de prachtige jaren die volgden heel erg naar elkaar toegegroeid. Ze is helaas overleden toen ik 28 was. Ik denk nog vaak aan haar, ik had haar zo graag opgehaald met de auto en meegenomen naar een voorstelling.

Toen mijn man Peter en ik in een kaal, tochtig kraakpand woonden, kwam ze weleens met de trein naar me toe. Dan zat ze daar, in de kou... Het is met mij ontzettend goedgekomen. Ik hoop maar dat mijn moeder daarvan nog iets meekrijgt. Dat is niet zo, denk ik, maar ik wil het graag geloven."

Les 4

Schrijven brengt diep geluk


"Een half miljoen mensen zijn bezig om een boek te schrijven. Ze hopen natuurlijk allemaal op publicatie, wat slechts weinigen lukt. Maar die mensen zijn wel bezig om een gelukkiger mens te worden. Want dat is wat schrijven brengt: diep geluk. Het moet, ík moet. Als ik me niet goed voel, zegt Peter: 'Hoe lang heb je al niet geschreven? Ga eens wat doen'.

Schrijven is een langdurige relatie aangaan met iets onbekends, een nieuwe liefde. Picasso zei: 'Als je al precies weet hoe je iets gaat maken, waarom zou je het dan nog doen?'

Ik schrijf meanderend, ik zie iets voor me, maar heb geen idee waar het naartoe gaat. Dat maakt het ook moeilijk. Ik zie er altijd weer als een berg tegenop. Ik draai eerst nog een wasje, ik ga wandelen in het bos, drink ergens een kop koffie. Want altijd is de vraag of er wat komt. Maar ja, een stuk moet wel af. Als het af is, ben ik het kwijt. Het is net als met bevallen, je vergeet de pijn."

Les 5

Je kunt het leven ten goede keren


"Zes jaar geleden werd ik ziek. Borstkanker. Het heeft me niet verbaasd dat ik ziek werd. Ik ben er altijd bang voor geweest.

Een paar jaar daarvoor werd ik op een ochtend wakker, Peter sliep nog. Ik lag naar hem te kijken en dacht: alles gaat zó goed, zo lopen levens niet, er gaat ons iets verschrikkelijks gebeuren. Peter werd wakker, ik zei: 'Niet schrikken, maar ik denk dat ik over een paar jaar borstkanker krijg'. 'Nou, lekker weer', zei hij.

We reageerden daardoor heel onderkoeld toen we de mededeling kregen in het ziekenhuis. Het was meteen: wanneer is de operatie, hoe zit het met de reconstructie? Die arts vroeg of we wel hadden gehoord wat ze zei. In de hal van het ziekenhuis pakte Peter mij vast. 'Je bent wel echt de kleindochter van een waarzegster', zei hij. Mijn oma legde de kaart.

Ik heb stante pede allerlei werk afgezegd: mijn wekelijkse column, een sociale denktank in de wijk, scripts lezen van studenten, lesgeven op de Filmacademie; in een kwartier was ik het allemaal kwijt. Dat had ik veel eerder willen doen, want het was veel te veel. Nu had ik eindelijk een excuus.

Tegenwoordig schrijf ik een paar uur per dag. De stress was heel even terug toen ik afgelopen jaar elke maand een aflevering moest opleveren van 'Volgens Robert'. O ja, zó was dat, dacht ik, wat verschrikkelijk, dit nooit meer.

Dat ik het rustiger aan doe, heeft vooral Peter veel gelukkiger gemaakt. Ik heb me nooit gerealiseerd dat het eigenlijk zo zwaar was, die twee drukke banen van ons én een gezin draaiende houden. Toen Saar twee jaar geleden zelfstandig ging wonen, bloeide Peter van het ene op het andere moment helemaal op. Voor zijn gevoel hadden we het 'gehaald'.

Een dag in de week is hij nu in zijn eentje op pad. Hij gaat de stad in, filmpje pakken, hij ziet het wel. Peter is een van de weinige mannen die graag winkelt. En hij is enorm gaan sporten, vertrekt drie keer per week fluitend naar de sportschool.

Door het uitvloeisel van mijn ziekte zijn we samen meer in balans geraakt. We hebben het altijd scherp gespeeld. Het moest óf grote liefde zijn, óf niets. Als het mis was zeiden we: 'Misschien moeten we maar uit elkaar'. En op zo'n dieptepunt was het elke keer weer of er zuurstof bij het vuurtje kwam. Een half uur later was het weer diepe liefde."

Les 6

Geluk is iets anders dan euforie


"Laatst had ik het met een vriendin over het verschil tussen geluk en euforie. Voordat ik ziek werd bestond geluk voor mij uit euforie, uit springen van piek naar piek. Het had altijd te maken met opwinding, adrenaline en een verhoogde hartslag, door die eindeloze stroom spannende projecten, ontmoetingen, plannen. Die pieken waren heerlijk, echt kicken. Maar ik ben ook jarenlang compleet oververmoeid geweest. Ik zal niet zeggen dat ik daardoor borstkanker heb gekregen, maar het is wel bewezen dat veel stresshormoon in je bloed nergens goed voor is.

Geluk zou ik nu toch anders omschrijven. Van kabbelen is geen sprake, dat is het niet. Mijn wereld is misschien kleiner geworden, maar wel hechter.

Ons gezin is inmiddels bijzonder hecht. Roos en Saar wonen al jaren op zichzelf, maar ze komen elke week een paar keer even langs, of ze bellen. Ze vragen me hoe ik dingen zou aanpakken, we eten vaak met z'n vieren. Saar zei laatst: 'Je bent na de kanker veel zachter geworden. Nooit meer zomaar ineens woedend'."

Les 7

Laat je kind zijn eigen weg gaan


"Peter en ik hebben heel lang gedacht dat we onze dochters Roos en Saar alle vrijheid gaven om te worden wie en wat ze wilden. We zeiden steeds: 'Het maakt niet uit waarvoor je kiest, als je het maar doet met hart en ziel. Als het maar meer betekent dan alleen geld verdienen'.

Pas later begrepen we dat we daardoor juist heel sturend, dwingend waren geweest. Roos, de oudste, heeft daarvan veel last gehad. Nu studeert ze verloskunde. Zo toegewijd als ze is. Dat wordt een kanjer van een verloskundige. Is iedereen in paniek, dan wordt Roos juist rustig. Als zij zegt: 'Niet persen', dan wordt er niet geperst.

Toen wij ons realiseerden dat het niet voor iedereen is weggelegd om een beroep uit te oefenen dat je met hart en ziel doet, leek het wel of ze ruimte kreeg. Toen kon ze haar weg kiezen en toen werd het ineens toch iets wat veel en veel meer is dan centjes verdienen. Ze doet het met een enorm enthousiasme.

Tot onze stomme verbazing is Saar gaan schrijven. Ze zit op de schrijversacademie in Utrecht. Ze belde toen ze auditie deed. Of ik haar stuk wilde lezen. Ik las het en dacht: dat kan een stuk beter. Bleek dat ze het twintig minuten later moest inleveren.

Dat was een goede les voor me. Ze is nu bijna twee jaar verder en ik heb nog steeds niets van haar gelezen. Laatst zei ze: 'Nu ben ik er wel aan toe, dat je iets van me leest'. Ik zei: 'Ja, maar ik nog niet'. Ze moet haar eigen stijl kunnen ontwikkelen."



Maria Goos
Maria Goos (Breda, 1956) is scenarioschrijfster. Ze volgde de docenten- en regieopleiding aan de Toneelacademie in Maastricht. In 1991 brak ze door met de tv-serie 'Pleidooi' over een advocatenkantoor. Ook de serie 'Oud Geld' over de rijke bankiersfamilie Bussink werd een succes. Voor toneel maakte ze onder meer 'De geschiedenis van de familie Avenier' en 'Smoeder', een stuk dat ze speelde met acteur Marcel Musters over hun Brabantse moeders.

Tien jaar na de première van het toneelstuk 'Cloaca' is het stuk momenteel opnieuw te zien. Vanaf maart komt de voorstelling 'De Hulp' in diverse theaters. Op 24 februari start de achtdelige tv-serie 'Volgens Robert' bij de Vara.

Maria Goos woont samen met acteur Peter Blok. Ze hebben twee dochters: Roos (25) en Saar (20).