Nieuwe versie van toneelstuk 'Cloaca' morgenavond te zien in De Kring in Roosendaal
Maria Goos is werkelijkheid soms voor
In 2002 schreef Maria Goos Cloaca. Het toneelstuk is hard op weg om een moderne klassieker te worden én actueler dan ooit. 'Griezelig soms, hoe ik de loop van de dingen voorzie.'
door Marjon Kok
Binnenkort, zegt Maria Goos (Breda, 1956), gaat ze met 'de jongens' eten. De jongens, dat zijn Peter Blok, Gijs Scholten van Aschat, Pierre Bokma en Jaap Spijkers. „Zeg maar de oer-jongens van Cloaca."
„Stel", zal ze hen vragen, „over een jaar of vijf: dan zijn jullie tegen de zestig - en de karakters dus ook - hoe denken jullie dat het dan met ze gaat? Hoe denken jullie dat die levens gelopen zijn?" Haar stem veert op. „Want ik zit wel eens te denken aan een deel twee."
Klein probleem. In de allereerste versie van het toneelstuk Cloaca wordt alleen maar gesuggereerd dat Pieter zelfmoord pleegt. In de herneming, die nu in de schouwburgen staat, snijdt hij écht zijn polsen door in het bad. Dat probleem juist, heeft Maria Goos al opgeruimd.
„Pieter is wel duidelijk. Hij is door de poging tot zelfmoord gehandicapt geraakt, is invalide en", samenzweerderige toon, „hij buit dat enorm uit."
In deel één is Pieter zachtaardig en weemoedig. „Nu is hij gehandicapt, verbitterd, op wraak belust en hij terroriseert zijn vrienden verschrikkelijk."
Ze wrijft zich in de handen. Lijkt zich te verheugen. „Een Thomas Bemhard-achtig personage. Die enorm aan het schelden is. Drinken en schelden." Snel er achteraan: „En de jongens kunnen er weinig tegen doen, want ze staan verschrikkelijk bij hem in het krijt." Wat ze ook weet: „Nu komt Tom in de problemen. Hij heeft iets doms gedaan met zwart geld." Het is niet voor niets dat Maria Goos, die Cloaca schreef, op dit moment aan een vervolg denkt. Het toneelstuk over mannen-vriendschap wordt inmiddels over de hele wereld opgevoerd en staat nu opnieuw in de Nederlandse theaters.
Ze is ermee bezig. Wordt ermee geconfronteerd. En Cloaca is hard op weg om in eigen land een moderne klassieker te worden, die eens in de zoveel jaar op de planken zal worden gebracht. Verrassend, vindt ze ook zelf, hoe actueel Cloaca na tien jaar nog is. „Het dédain voor cultuur is alleen maar toegenomen. Het opportunisme in de politiek." Ze knikt. Grappig ook ja, dat Cloaca zich kort na de verkiezingen afspeelt, tijdens de formatie."
En, schiet haar te binnen: „Dat gedoe met die schilderijen, waar Pieter mee worstelt, is ook uitgekomen."
Pieter, gemeenteambtenaar heeft jarenlang op zijn verjaardag van zijn collega's een schilderij uit het gemeentedepot gekregen. En in Cloaca moet hij ze teruggeven, maar dat kan hij niet omdat hij een deel heeft verkocht. Toen de gemeenten alle BKR-kunst in de depots moesten digitaliseren, bleek een kwart verdwenen. Niemand weet waar dat is." Eng bijna, beaamt ze, hoe ze met haar toneelstukken de werkelijkheid niet alleen raakt, maar soms ook voor lijkt te zijn. Ook nu weer, met de tv-serie Volgens Roben, die dit jaar bij de Vara wordt uitgezonden. De hoofdrol wordt gespeeld door Peter Blok, met wie ze is getrouwd. „Het gaat over een dokter die op alle niveaus in een crisis zit. Als arts, als vader, als echtgenoot…" Toen het afwas, bleek Peter Blok in een enorme midlifecrisis te zitten.
„We hadden toen geen idee dat we daar zelf mee te maken zouden krijgen. Maar het zat er al blijkbaar wel."
Het heeft een jaar geduurd. Een moeizaam jaar, vertelt ze. „Heel spannend. We wisten niet of we het zouden gaan redden." Lastig ook omdat de twee voor de buitenwereld een soort 'model-stel' zijn. Publiek worden bekeken. Maar vooral: „Hoe leggen wij dit de kinderen uit? Het kwam als een donderslag bij heldere hemel. Maar het was écht zo. We vonden elkaar helemaal niet leuk meer. Er was een soort vanzelfsprekendheid uit ons contact weg. We moesten elkaar alles uitleggen. Heel raar."
Hun twee dochters gingen het huis uit, verduidelijkt ze, „en toen bleek Peter ineens een enorme behoefte te hebben aan een eigen leven. Hij ging heel veel sporten, hing geen schilderijtje meer op. Wilde in het centrum van zijn eigen universum staan." Nou, dat vond ze dus moeilijk. Ze noemt zichzelf best een egocentrisch iemand.
„Het draait vaak om mij. Dat was ineens afgelopen." Beaamt. „Is ook wel eens goed voor een mens ja, dat niet alles om jou draait."
Hoe dan ook, ze zijn er uit gekomen. „Wij zijn sterke mensen. We vechten voor de dingen die we het waard vinden om voor te vechten. Maar we zijn ook heel zelfstandig. Compromisloos. Als het er niet meer is, dan is het er niet meer. Niet een beetje bij elkaar blijven. In volle liefde, of niet." Dus ja, geruststellend. Het gaat weer goed. Voorzichtig: „Misschien moeten we nu ophouden hierover. Het valt een beetje buiten de context van jouw verhaal." Ze wil nog wel zeggen: ook dit inspireert. „Nou, dat kan je wel zeggen. Ja. Die dokter Robert, de serie die nu wordt gedraaid, daar konden we allebei heel veel in kwijt." Na tien jaar opnieuw Cloaca in Nederland. Vreemd is het wel. „Meestal ben ik klaar met een stuk als ik het heb geschreven." Nooit gaat ze naar repetities. „Een paar gesprekken met de regisseur en dan naar de try out." Vorig jaar, voor de herneming, heeft ze geprobeerd het begin te herschrijven.
„Er zit veel in Cloaca. Er moet veel worden uitgelegd." Ze hoorde de tekst tijdens de eerste lezing en dacht: „Misschien moet ik het vereenvoudigen." Het lukte niet.
„Je kunt Cloaca niet simpeler maken. Joep komt op en moet vertellen over zijn scheiding; Tom komt op en moet vertellen over zijn crisis. Veel informatie. Maar het moet."
Lacht. „Bij de eerste versie wist ik dat Gijs Joep zou spelen." Gijs Scholten van Aschat. „Een enorm goede acteur. Maar hij verveelt zich snel. Dus moest ik iets ontzettend moeilijks voor hem bedenken. Iets waar hij vreselijk zijn best op moest doen."
Het resultaat is - vindt ze zelf ook - een heel geestige monoloog geworden. Nu is de tekst van Sieger Sloot. „Hij is goed hè?" Heel leuk, vindt ze, dat Cloaca repertoire is geworden. „Dat het wordt herhaald. Nu dus met Sieger Sloot, Guy Clemens, Tygo Gernandt en Thijs Romer." Zelf is ze zo-veel-verder nu. Ze bedenkt nog steeds graag mensen met mankementen. Wil nog steeds dat het publiek de psychiater is. Maar lineair, van a naar b, vertelt ze al lang niet meer. In die zin zal het vervolg op Cloaca totaal anders zijn. Of het ervan komt? „Dat is altijd de vraag. Ik heb nog zoveel andere plannen. Het ligt heel erg aan de jongens. Of zij willen, of we elkaar goed kunnen inspireren."
Het is een grote beslissing, weet ze. „Gijs moet dan nu al zeggen dat hij over vijfjaar niet meer bij Toneelgroep Amsterdam zit. En Pierre moet zeggen dat hij dan niets in München doet. Jaap zit vast bij het Nationale Toneel. Peter is freelancer, hij is het meest flexibel."
En Peter Blok luistert misschien heel goed naar haar? Ze lacht. „Ik heb het er natuurlijk met hem over gehad. In het verleden al vaker. Hij was eigenlijk nooit enthousiast. Hij is altijd heel voorzichtig met het uitkanen van succes, zoals hij dat noemt. 'Dat moeten we niet doen; het was mooi zoals het was; we moeten het zo laten… Maar nu, de laatste tijd, begint hij er toch wel voor te voelen."