|
Interview HUMUS, december 2012
|
Maria Goos ‘Ik heb het leven altijd gruwelijk kort gevonden’tekst: Roeland Ensie en Eric de Rooij, foto’s: Jeppe van Pruissen, vormgeving: Wilbert Ulaen Maria Goos groeide op in een arbeidersgezin waarin het credo gold: 'bij ons lukt nooit niks'. Woorden die haar klein hielden. Maar vanaf de dag dat zij zich van die boodschap bevrijdde, ging er een wereld voor haar open. "Vanaf toen lukte alles. Ik pakte ruimte, ik pakte een kans." Bij Maria Goos is de herfst altijd thuis. Een foto van een bospad, in de najaars-kleuren rood, geel en oranje, beslaat een gehele wand. Herfstlicht dringt ook door de ramen van de serre haar achterkamer binnen. Daar staat een lange tafel, leeg op de Volkskrant van vandaag na. Geen tijd gehad om een nieuw kleed neer te leggen, vertelt ze. Samen met haar man Peter Blok schrijft ze aan het script van de tv-serie 'Volgens Robert'. Gisteren dineerden zij aan dezelfde tafel met enkele artsen, die informatie leverden voor de serie. Het rood-wit geruite kleed dat nu op tafel komt, vertoont kreukels. Goos: "Oh jee, ik heb geen tijd gehad te strijken en Loes (Luca, red.) komt straks en zij ziet zulke dingen direct." Maria Goos brengt haar jeugd door in Breda, als nakomertje in een arm arbeidersgezin, dat leeft van een invalidenuitkering. "We waren echt de armsten van de straat." Toch heeft zij niet onder deze armoede geleden. "Ik ben in 1956 geboren. In de jaren zestig werd het ongelooflijk en vogue om antimaterialistisch te zijn. Ik vond het fantastisch dat we weinig hadden. Het was hip om het hele jaar te doen met één spijkerbroek en één T-shirt." Haar vader is nierpatiënt en overlijdt als zij elf jaar oud is. Het valt Goos op, terugkijkend op haar jeugd, hoe weerbaar kinderen in zulke moeilijke omstandigheden zijn. Weerbaar door de kracht van ontkenning. "Ontkennen kan zuiverend werken en zo een enorme belasting wegnemen." Ze herinnert het zich nog goed. "Ik sliep op de kamer van mijn ouders en ik weet dat ik een keer zag dat mijn vader ontzettende pijn had en toen deed ik net alsof ik doorsliep. Zo van: 'Ik mag dit niet zien'." LOYALITEITEN Nadat haar broer en zus het ouderlijk huis hebben verlaten, blijft Goos nog jarenlang thuis wonen. Ze heeft een goede band met haar moeder. Ze delen hetzelfde gevoel voor humor. Van een generatieconflict is nooit sprake geweest. "Ik sleepte haar mee, ook in het antiburgerlijke." Dan sterft haar moeder plotseling. Een dood die gemis brengt, maar ook een kanteling in haar denken. "Er kwam een moment dat ik het als bevrijdend ging ervaren dat ze er niet meer was. Ik vertel het ook in 'Smoeder'. Ik hoefde niet meer loyaal aan haar te zijn. Loyaal betekende 'bij ons lukt nooit niks'. Dat houdt je klein. Ik was gezakt voor de havo, dat vond mijn moeder helemaal niet erg. Als iets wel lukte, voelde dat als verraad. Vanaf het moment dat ik dat niet meer accepteerde, lukte alles. Het is het tegenovergestelde van een oud geld-milieu. Daar krijgen de kinderen vanaf hun geboorte de opdracht mee: je bent belangrijk voor de wereld. Ook daarin herken ik verstikkende loyaliteiten. Je moet het maar zien waar te maken." Het is bij toeval dat Goos zich na de middelbare school opgeeft voor een cursus theatermaken, lessen waar het vooral draait om improvisatie. Ze voelt zich als een vis in het water. Achteraf bedenkt ze dat improviseren ook een vorm van schrijven is, 'schilderen met taal'. De cursus vormt de opmaat om naar de toneelacademie in Maastricht te gaan. Veel mensen uit haar studiejaar hebben het niet gered. "Het is heel moeilijk om afscheid te nemen van het vak, het is niet alleen je beroep, het is je leven, je sociale context." Ze bewondert de moed van de mensen die uiteindelijk wat anders zijn gaan doen. "Zij hebben de schaamte overleefd," zegt ze nadrukkelijk. "Want je schaamt je, omdat je het in het vak niet hebt gered. Het voelt als een gemeenschap die zich sluit en jou eruit duwt. Ze hebben zich allemaal in de steek gelaten gevoeld." Sinds kort heeft Goos weer contact met een aantal mensen uit haar opleidingstijd, ook met degenen die een andere weg zijn ingegaan. "Ze hebben hun kracht hervonden. De vriendschap is terug. We waren zo'n enclave in Maastricht, dat schept een band voor het leven." Slagen als theatermaker is niet gemakkelijk. Goos beaamt dat er momenteel een overvloed is aan opleidingen. "En een massa mensen die allemaal willen spelen." Maar er zijn meer obstakels. Vroeger kon een acteur zich via kleine podia en kleine theaters ontwikkelen. Maar die plekken verdwijnen. Ook framing speelt een rol. "Bij de film en bij de televisie durft niemand bij het casten nog een risico te nemen. Kun je bepaalde dingen goed, dan word je daarvoor gevraagd. Iemand een keer crimineel laten spelen, terwijl hij altijd die suffe huisvader of belegen docent heeft gespeeld? Dat durft niemand meer. Er wordt op efficiëntie gecast, niet op ontplooiing." De voordeurbel gaat. Jeppe, de fotograaf, is aan de vroege kant. "Je mag door het hele huis lopen hoor. Mijn werkkamer is boven, twee trappen op, mijn favoriete plek." Ook de post is binnengekomen, de twee blauwe enveloppen worden door Goos, staand bij onze tafel, meteen opengescheurd. Goed nieuws: "Te betalen nul voor 2010. Hè, hè, toen heb ik me al wezenloos betaald!" VOELSPRIETEN Haar grootmoeder legde de kaart, maar Goos heeft niets met mystiek, noch met geloof. Zelf verloor ze lang geleden haar vertrouwen in de kerk als organisatie. Haar invalide vader klopte in hoge nood bij de pastoor aan om steun en werd weggestuurd. De ergernis klinkt door in haar stem. "Ik vind het onbegrijpelijk dat veertigduizend jongeren uitzinnig worden als ze de paus zien. Nu nog! Je kunt je informeren, je ontwikkelen. Je hebt internet. Sowieso begrijp ik de behoefte van mensen aan een God niet. God is toch een schijn-houvast? Het is juist fijn dat het leven geen zin heeft. Ik vind het een geschenk dat het nergens naar toe hoeft. Stel je voor dat het leven zin zou hebben en dat je ergens naar toe moet? Vreselijk. Wat is er nou zo moeilijk aan om in het leven verantwoordelijkheid voor je eigen daden te dragen?" Wel vindt zij intuïtie belangrijk. "Ik heb mijn kinderen heel erg hun voelsprieten laten ontwikkelen: soms komt je ratio later dan je gevoel. Vertrouw erop dat dit niet voor niets is." Ook zonder God kan een mens zich over het leven verwonderen. "Ik vind het te gemakkelijk om het leven als iets vanzelfsprekends te zien. Het leven is iets om heel erg blij en dankbaar voor te zijn. Maar dankbaar ten aanzien van wie? Dat weet ik dan niet. Misschien" - ze lacht -"ten aanzien van jezelf: dat je het leven hebt en dat het wonder zich elke dag voltrekt." Ze werpt een blik naar buiten. "Als je nu toch kijkt hoe prachtig de tuin verkleurt. Dat is toch iets om ontzettend blij mee te zijn? En het is onverklaarbaar. Met alle wijsheid van alle mensen op elkaar gestapeld weten we nog niet wat er buiten het universum gebeurt. Ik heb totaal niet de behoefte om dat te personifiëren tot een God, maar er is een grotere onbegrijpelijke macht, waardoor het in dit land altijd weer helemaal herfst, lente en zomer wordt, waardoor dit alles beweegt en zich ontwikkelt - en waardoor er leven is." ZELFBESCHIKKING Verwondering over het leven voedt haar schrijverschap. Al werpt de eindigheid van het bestaan haar schaduw vooruit. "Stel dat ik nog dertig jaar heb om te schrijven, dan ben ik 86, dan ben ik stokoud. Dan heb ik alleen maar tijd om te schrijven wat ik nu in mijn hoofd heb. Er mag geen enkel idee meer bij komen. Ik vind dat een benauwende gedachte. Het leven heb ik altijd al gruwelijk kort gevonden, ook al toen ik twintig was." Haar ziekte - zes jaar geleden werd bij Goos borstkanker geconstateerd - heeft haar nog bewuster gemaakt van de vergankelijkheid van het leven. "Ik ben altijd bezig geweest met vergankelijkheid. De vanzelfsprekendheid van gezond zijn is een enorme rijkdom. Voor mij is gezondheid nooit meer vanzelfsprekend." Zelfbeschikking rondom het levenseinde is belangrijk voor haar. "In Godsnaam zeg, laten we daar niet al te moeilijk over doen. Mag een mens asjeblieft zelf bepalen wanneer hij eruit wil stappen?" OVERPRIKKELD Ze schrijft zo'n vijf uur per dag, voornamelijk met de pen. Dan vergeet ze alles, de koffie wordt koud, totdat gebrek aan beweging haar hoofdpijn, pijn in haar nek, oren en ogen bezorgt. "De kern van schrijven is dat je mensen in een conflictsituatie laat belanden. Ik probeer een verhaal zo te arrangeren dat mensen nooit bewust die ander benadelen, pijn of verdriet doen. Ze handelen uit eigenbelang, onbewust van de gevolgen voor iemand anders." Het gaat bij Goos altijd om het mechanisme tussen mensen, of het nu een familie is, een advocatenkantoor of een vriendenclub. Bij de serie 'Oud geld' schreef ze voor elk karakter een biografie. Zo werkt zij nu niet meer. Evenmin schrijft ze vooraf plotlijnen uit. "Ik laat het een beetje ter plekke ontstaan, ik meander ernaar toe." Stellig zegt ze: "Ik weet wel waar ik wil eindigen, maar ik ga niet efficiënt recht op mijn doel af. Als ik op bladzijde twee al weet wat er op bladzijde tien gebeurt dan is dat een alarmbel. Want als ik het al weet, dan weten de mensen het ook. Dan gooi ik het roer om. 'Throw stones at your character': maak het je hoofdpersonen moeilijk, help ze in de problemen. En dan moet je het als schrijver zo intelligent mogelijk oplossen." Soms kan een personage dan met de schrijver op de loop gaan. "Dat vind ik ontzettend leuk, dan ben ik enorm in mijn nopjes." Inspiratie voor haar verhalen vindt Goos overal, ze heeft een dictafoon op zak waarop ze haar ideeën inspreekt. Maar ook documentaires, tv-series en de wetenschapsbijlage van de krant inspireren haar. Ze verzucht: "Ik moet een beetje oppassen, want anders raak ik echt overprikkeld, dan word ik ontzettend nerveus en gehaast en dat wil ik niet." FEEËRIEK De rust behouden en de schoonheid van dingen zien, horen bij de levenskunst van Goos. Ze wijst naar het herfstlandschap dat een muur beslaat: "Dat vind ik levenskunst, om daarvan te genieten." Als je er open voor staat is er een overvloed om van te genieten, zoals van Amsterdam, in deze tijd van het jaar waarin de dagen donkerder worden. "Ik rijd wel eens door de stad, dan tekenen alle kerktorens zich heel scherp af tegen het oranjeroze licht van de ondergaande zon. De stad is mooi als het donker wordt. Nederlanders zijn er heel goed in om hun gordijnen open te laten en het binnen mooi te verlichten. In Frankrijk en Spanje gaan de rolluiken naar beneden en je ziet niks. Wij worden zo feeëriek 's avonds. Al die lichtjes binnen en dat zachte licht van lantaarns buiten, soms een beetje omfloerst. Dat is toch om te janken zo mooi?" CV MARIA GOOS Geboren 25 februari 1956, groeide op in Breda. Volgde de docenten- en regieopleiding aan de toneelacademie in Maastricht. Werd vervolgens Nederlands bekendste scenarioschrijver. Goos werd vooral succesvol door de tv-series 'Pleidooi' en 'Oud geld'. Daarnaast schreef zij diverse stukken voor het theater, waaronder 'Familie', 'Cloaca', 'Smoeder' en 'De hulp'. Ook leverde zij de scenario's voor films als 'Leef' en 'Vreemd bloed'. Momenteel schrijft ze met echtgenoot Peter Blok de tv-serie 'Volgens Robert', die vanaf 24 februari 2013 op tv te zien is bij de Vara. Maria Goos ontving voor veel werk uit haar oeuvre belangrijke prijzen en onderscheidingen, waaronder de Nipkowschijf en enkele Gouden Kalveren. uit HUMUS, december 2012. HUMUS is het ledenblad van het Humanistisch Verbond. |
|
|