fotografieElsZweerink
Maria Goos ontmoet Plien en Bianca
Interview gepubliceerd in de NOUVEAU, 2018. (download pdf)


‘WE ZIJN EIGENLIJK HÉÉÉL BESCHEIDEN’

Hun voorstelling Selma Ann Louis breekt alle records. Plien & Bianca, al dertig jaar onlosmakelijk met elkaar verbonden, zetten een onbetaalbare road musical neer. Dat was wel wennen: niet alles zelf kunnen beslissen


Tekst: Maria Goos
Foto's: Astrid Zuidema


Jullie nieuwe voorstelling Selma Ann Louis trekt volle zalen. Hoe voelt dat? BIANCA: ‘Heel goed. De mensen vinden het erg leuk.’ PLIEN: ‘Het was een heel zwaar traject, dat wel. We hebben soms van vermoeidheid wel even samen achter een decorstukje zitten huilen.’
BIANCA: ‘Alles was nieuw aan het stuk en moest nog uitgevonden worden. Hele stukken tekst die je net uit je hoofd geleerd had, gingen er weer uit.’
PLIEN: ‘En andere er weer in.’
BIANCA: ‘Mijn hele hoofd was tekst.’
PLIEN: ‘En nu is het leven weer gewoon het leven.’
BIANCA: ‘Ja. Mijn huis is bijvoorbeeld nogal stoffig.’
PLIEN: ‘Maar met Arjan is het zo fijn spelen. Dat is zo’n fijne man.’
BIANCA: ‘Dat was echt een droom van ons: werken met Arjan Ederveen.’
PLIEN: ‘Nu Mark Rietman nog.’
BIANCA: ‘Ja, nu Mark Rietman nog.’

Wat willen jullie graag eens kwijt? BIANCA: LACHEND: ‘Ja, wat? Mijn oude schoenen? Nou, wacht, het gaat bij ons wel erg vaak over: hoe doe je dat nou met de kinderen? En het gaat heel zelden over wat we spelen. Over comedy maken.’
PLIEN: ‘Ik vond het wel grappig dat je gisteren zei: “Comedy is gewoon aansluiten.” Dat vind ik een goede samenvatting van hoe comedy in elkaar steekt.’
BIANCA: ‘Wij zijn zo gewend dat we over die soort dingen hetzelfde denken, dat we heel verbaasd zijn als we merken dat andere mensen er soms totaal anders over denken, mensen die eerst alles willen voelen wat ze gaan spelen’
PLIEN: ‘Dan is het moment namelijk al voorbij. Dat bedoelt Bianca met dat comedy spelen aansluiten is.’

Hoe werken jullie? PLIEN: ‘Wij zijn van: eerst doen en dan verzin je er later maar bij waarom dat personage dat je speelt, dat doet.’
BIANCA: ‘Bij film wordt er vaak helemaal niet gesproken over wie je speelt en wat de situatie is. Dat is weer het andere uiterste.’
PLIEN: ‘Je moet dan van een grote afstand woedend aan komen lopen en dan leggen ze een stok op de grond waar je moet stoppen met rennen. Maar je mag niet naar die stok kijken. Dus je rent woedend tegen de zon in níet naar een stok te zoeken en dat is dan de scène.’
BIANCA: ‘Filmen is vooral alles wat eromheen gebeurt, negeren.’
PLIEN: ‘Anders kom je niet aan spelen toe.’
BIANCA: ‘Soms kom je op een set en dan zie je de kleren die voor je rol bedacht zijn. Die blijken dan heel anders dan ik in mijn hoofd had.’
PLIEN: ‘Dan is er meteen geen bal meer aan.’
BIANCA: ‘Nee.’

Wat vinden jullie zo leuk aan met elkaar werken? BIANCA: ‘Ik vind het sowieso heel erg leuk om naar haar te kijken. Ze is gewoon ontzettend goed.’
PLIEN: ‘Ik leer heel veel van Bianca. Hoe zij zich er fysiek ingooit, met een raar loopje bijvoorbeeld, en vandaaruit begint te bouwen.’

Jullie hebben vaak je eigen programma’s gemaakt, dan was je samen. In Selma Ann Louis zijn jullie met negen mensen. Is dat heel anders? BIANCA: ‘Ja, dat is totaal anders.’
PLIEN: ‘We kijken altijd goed hoe anderen iets aanbieden, hoe ze spelen, en voegen ons daarnaar.’
BIANCA: ‘Ja, tot andere spelers verhouden wij ons als voegers.’
PLIEN: ‘Met elkaar gaat dat vanzelf.’
BIANCA: ‘Wij zijn geen Siamese tweeling, maar in een vorig leven waren we dat, denk ik, wel.’

Toen jullie elkaar op de Kleinkunstacademie ontmoetten, was het toen meteen raak? PLIEN: ‘Wij dachten allebei dat we in een gesticht terecht waren gekomen.
BIANCA: ‘Ik kan me nog wel de eerste keer herinneren dat we samen wat gingen drinken. Ik moest onwijs om je lachen. En ik dacht: “O gelukkig, zij heeft het ook! Zij heeft ook het gevoel dat we tussen allemaal gekjes terecht zijn gekomen”.’
PLIEN: ‘Er zaten heel veel gekjes bij ons.’
BIANCA: ‘Soms is het verschil tussen talent en gekte niet goed te zien. Wij komen allebei uit een heel gewoon gezin, waar niks aan de hand was. In die klas waren wij echt opvallend normaal.’

Inspireren jullie elkaar na dertig jaar samenwerken nog? BIANCA: ‘Jazeker. Maar het is niet zo dat we nu eindelijk het recept hebben gevonden.’
PLIEN: ‘Nee, we moeten steeds het wiel opnieuw uitvinden. Dat is wel een beetje jammer.’
BIANCA: ‘We weten nu inmiddels wel dat een voorstelling maken zoiets is als een berg beklimmen.’
PLIEN: ‘Maar we moeten de berg eerst zelf maken.’

Jullie hebben allebei drie kinderen. Gaan de gezinnen ook zo intensief met elkaar om? BIANCA: ‘Ja, ze vinden elkaar allemaal heel erg leuk. Dat is wel grappig.’
PLIEN: ‘Samen paaseieren zoeken en zo.’

Zijn jullie weleens bang om elkaar kwijt te raken? BIANCA: ‘In de basis niet, nee.’
PLIEN: ‘Nee. Ik denk dat dat ook komt doordat we elkaar wel echt de ruimte gunnen. Ik heb het idee dat zij altijd barst van het werk.’
BIANCA: ‘Maar dat is andersom ook zo.’
PLIEN: ‘Als de een heel veel werk heeft en de ander niet, dan zijn we net zo jaloers als we op anderen zouden zijn.’
BIANCA: ‘Ze bedoelt dat als de een het heel druk heeft, dat de ander daar jaloers op is, terwijl degene die het heel druk heeft, weer jaloers is op het Kemna-loze bestaan van de ander. En dat we dat weten van elkaar.’
PLIEN: ‘En dat dat nooit echt een punt is. Zegt zij: “Ik kan ergens de vrouw van Mark Rietman spelen.” Daar ben ik dan jaloers op. Want dat wil ik ook.’

Kennen jullie elkaars gevoeligheden? BIANCA: ‘We kunnen allebei niet goed ruziemaken. We zijn het heel vaak met elkaar eens; op het saaie af. Nu zien we elkaar weer elke dag. En dan denk ik: “O wat heerlijk, dat ik straks weer naast haar in het busje zit en allerlei details over mijn leven kan vertellen”.’
PLIEN: ‘In deze voorstelling, met negen mensen, zoek ik haar ook echt op. Dan zitten we achter een autootje in het decor even samen te klagen, want we hebben nog nooit in zo’n vroeg stadium al zoveel tekst, bijna drie uur, uit ons hoofd moeten kennen. Pieter Kramer, de regisseur, houdt ook erg van opschieten.’
BIANCA: ‘Met zo’n grote productie als deze voel je zo de enorme tijdsdruk. Dat maakt het wel zwaar. Het is een moordend schema waarin we alles voor elkaar moeten krijgen.’
PLIEN: ‘De voorstelling heeft heel veel decorwisselingen. Leuk, maar technisch ingewikkeld.’
BIANCA: ‘We gaan hierna weer samen een voorstelling maken. Daar verheugen we ons enorm op.’
PLIEN: ‘Lekker met zijn tweeën. Lekker simpel.’
BIANCA: ‘Dat gaan we heel tranquilo aanpakken. Heerlijk. Het fijne hiervan is, dat je niet voor alles de verantwoordelijkheid hebt. Je moet je tekst kennen en je moet het goed doen.’
PLIEN: ‘Met ons eigen programma zijn we overal verantwoordelijk voor.’
BIANCA: ‘We zijn het niet gewend dat iemand anders beslist welke foto’s er gebruikt worden voor de publiciteit en hoe de affiches eruit komen te zien.’
PLIEN: ‘Wie doet het licht en geluid; dat moeten wel een beetje gezellige mensen zijn, want je gaat met ze op reis. Als we ons eigen programma maken, dan kiezen wij die mensen uit. Nu niet.’

En wat doen jullie daaraan? Bianca: ‘Schikken.’
PLIEN: ‘Ja, schikken.’

Masseren jullie nooit eens iets in een bepaalde richting? BIANCA: ‘Er waren publiciteitsfoto’s van ons uitgezocht die ik echt niet goed vond. Toen zei ik: “Kijk je even mee, Pauline?”
PLIEN: ‘En als ze “Pauline” zegt, dan weet ik het wel. Dan moet ik ingrijpen. Ik zag die foto’s en ik begreep haar meteen. Dus dan zeg ik: “Nee nee, die willen wij echt niet”.’
BIANCA: “Maar verder proberen wij ons er echt niet mee te bemoeien. Ik heb ook weleens in een productie gestaan waarvan ik mijn collega’s intimiderend vond. Dat ik dacht: “Die hebben verstand van de hogere acteer-wiskunde”. Dan houd ik mijn mond.’
PLIEN: ‘Dan word je een amoebe..’
BIANCA: ‘Ja.’

Zijn jullie bescheiden mensen? PLIEN: ‘Dat denk ik wel, eerlijk gezegd. Wij zijn geen types die tijdens het werken heel veel aan-dacht vragen voor hoe we onze rol moeten invullen.’
BIANCA: ‘Nee. “Aansluiten.” Dat is je rol.’
PLIEN: ‘Als ik er niet goed uitkom, dan denk ik: “Ik los het thuis wel op en dan kom ik morgen heel sterk terug.” We hebben een heel nuchtere benadering.’

Voelen jullie je meer maker of speler? PLIEN: ‘Meer maker.’
BIANCA: ‘Jáá, meer maker. Ik zou niet voor iemand anders een programma kunnen maken’
PLIEN: ‘Nee.’
BIANCA: ‘Maar als ons eigen programma er is, dan denk ik wel: “Hoe hebben we dit nou weer voor elkaar gebokst?”

Kunnen jullie alles spelen? BIANCA: ‘Nee, als het echt een geloofwaardig iemand moet zijn, dan moet je mij geen chic persoon laten spelen. Ik heb geen oud geld-accent. Ik kan helemaal niet mooi praten. En ik haat sexy rollen. Het is geen grote ambitie om een lekker wijf te spelen.’

Is dat niet leuk? BIANCA: ‘Nee.’
PLIEN: ‘Nee, totaal niet!’
BIANCA: ‘Zielig en lelijk. Ik zou weleens willen proberen om in een serieus toneelstuk te staan.’

Toch heb je voor een serieuze rol in de film De Nieuwe Wereld een Emmy Award gekregen, Bianca. ‘Ja, daar had ik met de regisseur een week aan gewerkt. Dat is heel uitzonderlijk en ook heel gênant.’

Gênant, leg eens uit? BIANCA: ‘Nou ja, repeteren is altijd nogal gênant en dat je er dan samen een week de tijd voor neemt helemaal.’
PLIEN: ‘Dan kun je eigenlijk beter drama spelen dan comedy.’
BIANCA: ‘Ja, comedy is kwetsbaarder.’
PLIEN: ‘Bij drama kun je nog denken dat de mensen niet reageren, omdat ze zo geëmotioneerd zijn. Als ze bij comedy niet reageren, sta je gewoon voor paal.’
BIANCA: ‘Dodelijk.’

Als jullie niet waren gaan spelen, wat waren jullie dan gaan doen? PLIEN: ‘Ik ben gezakt voor mijn vwo-examen. Ik heb vier certificaten gehaald, vier zessen en dat was het. Ik denk dat ik dan Engels was gaan studeren, want dat was een van die zessen.’
BIANCA: ‘Ik zou het niet weten. Een woonwinkel met spullen die ik zo mooi vind dat ik ze niet wil verkopen. Als we heel veel stress hebben, dan gaan we lekker naar woonwinkels. Maar ik weet niet anders dan dat ik dit wil.’

Jij zat al heel vroeg op ballet? BIANCA: ‘Ja. Plien heeft ook op jazzballet gezeten.
PLIEN: ‘Ja’, maar niet zoals jij. Haar ouders deden ook aan amateurtheater. Zij komt echt uit een artistiek nest. Bij mij was het meer een toevalligheid.’

Jullie gingen niet naar theater? PLIEN: ‘Nee. Ik heb alleen Brigitte Kaandorp gezien. Dus die heb ik nagedaan op de auditie voor de Kleinkunst. Maar ik had niet dat “heilige moeten” toen ik auditie ging doen. Bij haar was het veel logischer dat ze dit zou gaan doen.’
BIANCA: ‘Wij woonden in een dorp. Mijn ouders gingen de amateurgezelschappen in de dorpen af om ze te regisseren. Elk dorp had een eigen gezelschap.’

Hoe moeilijk is het om jullie vak met een gezin te combineren? PLIEN: ‘Mijn man deed eerst productiewerk. Maar als je productie doet, dan zie je je kinderen helemaal nooit. Ze zijn nu elf, zeven en vijf. Hij is weer gaan studeren. Hij vangt de toestand thuis op en studeert kinderpsychologie. Gelukkig is hij sociaal heel handig, dus naast dat studeren ziet hij heel veel mensen. De productie waar we nu inzitten is hysterisch, maar hiervoor was ik gewoon voorleesmoeder en knutselmoeder. Die combinatie is fijn.’

Jouw man, Bianca, is Diederik van Vleuten, die is ook veel op tournee. BIANCA: ‘Ja, we hebben twee vaste oppassen in een periode als nu, waarin hij met een nieuwe voorstelling uitkomt en ik ook. Dit is dus een periode waarin we het voornamelijk over onze agenda’s hebben. Onze kinderen zijn vijftien, twaalf en zes. Dus ik kan overdag wel een paar uurtjes op de bank hangen.’
PLIEN: ‘Het is vooral die paasdoos keer drie, die dan mee naar school moet’
BIANCA: ‘Of dat ze ineens midden in de winter in het wit naar school moeten voor de musical.’
PLIEN: ‘Dat zijn overspannenmakertjes.’


Ze vertrekken allebei naar hun gezin. Er zijn momenten in mijn leven waarop ik ook graag even deel van een Siamese tweeling zou willen zijn.



PLIEN & BIANCA IN HET KORT
Plien van Bennekom (Baarn, 1970) en Bianca Krijgsman (Oudesluis, 1968) vormen het kleinkunstduo Plien en Bianca. Na de Academie voor Kleinkunst in Amsterdam wonnen ze het Camaretten Festival in 1996. Daarop volgde het ongekend geestige programma Zaai voor de VPRO-tv. Ze maakten theaterprogramma's, speelden in films en in tal van tv-programma's als Koefnoen en Luizenmoeder. Bianca won in 2014 een International Emmy Award voor Beste Actrice in De Nieuwe Wereld. Zij en haar partner cabaretier Diederik van Vleuten hebben twee dochters en een zoon. Van Bennekom en haar echtgenoot hebben samen twee zoons en een dochter.