fotografieElsZweerink

Volgens Robert

inleiding, voorbeschouwingen, recensies en intervieuws
Entertainment

BLOKUUR


In de reeks 'Gedane zaken', waarin een tvster omziet naar zijn of haar oeuvre: Peter Blok. Hij speelt in de nieuwe serie Volgens Robert.

Door Gijs Groenteman

VOLGENS ROBERT, ZONDAG, NEDERLAND 2, 21:30 UUR


MEDISCH CENTRUM WEST
Ziekenhuisserie, TROS. 1988


In de vierde aflevering van het eerste seizoen speelde ik een anesthesist Medisch Centrum West, volgens de wetten van de Toneelschool kón dat natuurlijk niet. Alles lag nog veel scherper, in die tijd. Maar ik dacht: ik ga toch eens kijken. De castingdirector, ik weet het nog goed, vroeg aan me: 'En kun je ook boos spelen?' Toen had ik dus al eindexamen gedaan op de Toneelschool en speelde al vier jaar door het land. Ik vond die vraag zo absurd, dat ik helemaal dichtsloeg. Eenmaal op de set viel het me nogal tegen allemaal. Hoe er gespeeld werd, hoe mensen erin stonden. Ook de regie.
Ik herinner me de repetitie waarin we aan een soort vergadertafel onze tekst aan het oplezen waren. Toen zei de regisseur: 'Jaja, zoiets! Ik moet nu naar mijn belastingconsulent, maar ik zie jullie morgen bij de opname!' Ik viel van de ene verbazing in de andere.
Ik ben kritisch over de rollen die ik speel, maar niet vanuit een principe of theorie. Als je jezelf een knip voor de neus waard vindt, moetje kritisch zijn. Vind ik. Ik doe bijvoorbeeld nog steeds geen reclame. Ik vind het belachelijk om mezelf te horen zeggen: 'Renault, dat geeft vertrouwen.' Ik heb jaren Renault gereden. Best een aardige auto, maar er is ook van alles op aan te merken. En bovendien, moeten we nu allemaal alwéér een nieuwe auto?

PLEIDOOI
Wel en wee op advocatenkantoor, dramaserie, AVRO, 1993-1995


Een belangrijke serie voor het Nederlandse drama. Er werd anders gedacht, de hele manier van produceren was van het begin af aan anders. Maria (Goos, scenarioschrijfster en Bloks echtgenote), Hugo Heijnen en Pieter van de Waterbeemd hadden ons, de acteurs, al gepolst of we mee wilden doen. Wij hebben dat toegezegd, en ons ook voor de beoogde draaiperiode vrijgehouden. Toen er eenmaal onderhandeld werd met de AVRO, was het voor de makers een voorwaarde dat wij erin mee zouden spelen. Veel van ons waren al bevriend sinds de Toneelschool in Maastricht, het was en soort blokvorming. Vervolgens werden we gekoppeld aan een nieuw generatie regisseurs en cameramensen: Maarten Treurniet, Willem van de Sande Bakhuyzen, Rogier Stoffers. Er kwam een jongehondengevoel los, mét kwaliteit, in een wereld die best een beetje stoffig was. Want het Nederlands drama was niet van uitzonderlijk hoog niveau. Ook voor ons persoonlijk was het bijzonder. Ineens maakten we iets dat succes had bij een groot publiek, werden we aangesproken op straat, hadden we een grote reikwijdte. Een heel nieuw ervaring, en verschrikkelijk leuk. En ik denk dat het voor ons allemaal een vrij belangrijk startschot in onze carrière geweest.

OUD GELD
Ondergang van een klassieke familiebank, dramaserie, AVRO, 1998


Als ik het werk van Maria lees, herken ik meteen haar handschrift. Omdat zij geen normale zinnen schrijft. Mensen denken dat zij realistisch of naturalistisch schrijft, maar dat is helemaal niet waar. Als iemand in haar script binnenkomt, zal die nooit zeggen: 'Ik moetje wat vertellen!' Iemand komt binnen en zegt: 'Nou moet ik godverdomme tóch weer naar de tandarts!' En dat gaat dan naar iets anders toe. Mensen handelen bij haar altijd uit goede bedoelingen. Ze zal nooit een slechterik opvoeren die zomaar een slechterik is. Haar kijk op de dingen is: we modderen allemaal maar een beetje door het leven heen, en soms pakt het verkeerd uit Zij houdt van mensen. Ik vraag haar niet om rollen. In Oud geld waren de grote mannenrollen voor Gijs Scholten van Aschat en Mark Rietman. Van meet af aan was duidelijk dat ik niet in de serie zou zitten, ik heb helemaal geen oud geld aan mij kleven. En bij film of televisie kan je je, qua transformeren, niet permitteren wat je je op het toneel kunt permitteren. Gijs en Mark, alleen al hoe zij een 'o' zeggen! Maar toen er een wonderlijke huisarts voorbij moest komen, was er een rolletje voor mij. Nee, ik heb niet knarsetandend naar Oud geld zitten kijken.

DE DALTONS
Belevenissen van gezin met vier kinderen, dramaserie, VPRO. 1999 en 2007


Met de vier jongetjes! Vooral de eerste reeks vond ik heel goed. Acteren met kinderen is een vak apart. Tijdens zon opnamedag ben je enorm met ze bezig. Ik ga niet met ze zitten kleuren, maar het is de hele tijd van: hoe is de stemming? Gaat het allemaal goed? Er hoeft er maar één 'Ik wil niet meer!' te roepen en weg te hollen, en klaar is je draaidag. Dus alles drapeert zich rond de energie van die kinderen. Het wordt dus een sport om de hele tijd een vrolijke vakantiesfeer te houden. En je krijgt een heel technisch, extra oog erbij: hoe staan de jongens in het shot? Zodat je ze er alsnog bij kan trekken of goed kunt neerzetten. Acteren wordt een heel andere aangelegenheid. Ontzettend leuk.
De acteerklasse van de kinderen moeten we voor een groot deel op het conto van Rita Horst, de regisseur, zetten. Ze heeft een ongelofelijk talent om kinderen te regisseren. Terwijl ze helemaal niet de uitstraling heeft van een soort moederpoes of zo. Ze had ook slimme trucjes. Als een kind in de lach moest schieten om mij, verscheen ze ineens met een opplaksnor achter mijn schouder. Robert Alberdingk Thijm, de scenarist, is de keizer van de vierkante centimeter. Alle gebeurtenissen in de afleveringen zijn in feite piepklein. Je gaat naar het zwembad en je durft niet van de hoge, bijvoorbeeld. Zit daar een hele aflevering in? Ja, bij Robert komt er een prachtig miniatuurtje uit van alle psychologische motieven en drijfveren die daarbij spelen.
Na De Daltons speelde ik nog meer vaders met kinderen: in In oranje, in Evelien... Ik had de nationale vader kunnen worden, ik kreeg zo veel van die rollen aangeboden. Ja, daar gaan we weer, dacht ik. Als je de typecasting wil ontlopen, moetje rollen gaan weigeren.
Niet makkelijk, want ik had niks anders. Gelukkig vroeg Paul Verhoeven me toen voor Zwartboek en kon ik de grote jodenverrader gaan spelen. Kijk, daar was het toen tijd voor.

CLOACA
Vier studievrienden zien elkaar weer, Telefilm, AVRO, 2003


Toneelstuk van Maria, ik was heel blij dat het verfilmd werd. Het toneelstuk was een waanzinnig succes. Dertig keer de Amsterdamse Stadsschouwburg, helemaal vol. Bezoekersrecords haalden we. Op straat werden we toegeroepen door mensen: 'We hebben kaartjes hoor!' Een golf van opwinding. Dat is heerlijk, geweldig om mee te maken. Maar Tom, het karakter dat ik speel, is het meest filmische karakter van de vier. Dat komt omdat hij het meest receptief is. Die andere drie hebben het voor elkaar, hij heeft een bipolaire stoornis en slikt allerlei middelen. Op het toneel krijgt de grootste druktemaker de meeste aandacht, terwijl ik soms vijf minuten doodstil zat te kijken en te luisteren naar wat er gebeurde. Hoeveel mensen zien hier de betekenis van, vroeg ik me dan af. Hoeveel kijken er überhaupt naar mij? In de film bepaalt de regisseur: nü kijken we naar hem. Dus de film was voor mij een enorme opsteker, ik had het idee dat Tom daar de juiste ruimte kreeg. Genoegdoening voor Tom.

IN THERAPIE
Therapeut ontvangt patiënten, dramaserie, NCRV, 2011


Meer dan eenjaar veertien maanden was ik werkloos. Ik wist alleen dat ik na die veertien maanden Doek! zou gaan spelen met Loes Luca, maar tot die tijd: helemaal niets. Ik was inmiddels zevenentwintigjaar bezig geweest, maar dit had ik nog nooit meegemaakt. Zo gaat dit dus, dacht ik toen, het wordt niet stapje voor stapje minder met het werk, maar ineens, knip, is het voorbij. Ik was serieus teleurgesteld. En realiseerde dat mijn werk, voor mijn eigenwaarde, veel belangrijker was dan ik had gedacht Ik besloot iets radicaals anders te gaan doen, om klinische psychologie te gaan studeren. Eerst heb ik dat even stilgehouden, maar na een halfjaar had ik er een gesprek over met goede vrienden: ik wilde gaan stoppen met toneel en gaan studeren. Één van mijn vrienden brandde mijn plan in vier zinnen af: 'Zitje weer met hetzelfde. Met een vak waar je om de verkeerde redenen je eigenwaarde uit probeert te halen. Je drijft uit het midden van je eigen leven weg. Ik kan zo een lijst opnoemen van alle problemen die je nu hebt, die krijg je dan weer.' Nou, begon ik weer te twijfelen. En toen, alsof de goden het hoorde, kreeg ik precies het werk aangeboden waar ik op wachtte: een avontuurlijke voorstelling in de kleine zaal, waar ik heel veel behoefte aan had, en de serie In therapie. In een paar dagen tijd vulde mijn agenda zich met allemaal leuke dingen.
Jacob Derwig, die de therapeut in de eerste serie speelde, is in zijn uitstraling wat studentikozer, wat intellectueler dan ik. Samen met de oorspronkelijke, Israëlische scenarioschrijver hebben we een week zitten brainstormen: wat voor type moest ik zijn? Ik wilde zelf wat robuuster zijn, wat meer down to earth: Wat zijn je problemen, hoe pakken we ze aan? In therapie is een uniek format. Weergaloos om zo televisie te maken. Kijk, scènes van vijfentwintig minuten, ik ken ze wel: van het toneel. Ik ken de aard van de concentratie, de valkuilen, de conditie die je moet hebben. Bij film is een take van een minuut gangbaar, drie minuten begint spannend te worden, vijf minuten is echt pittig. Bij In therapie namen we takes van drieëntwintig minuten op. Dat begin je bij de filmploeg te merken. Na tien minuten gebeurt er echt iets met de cameraman, met de geluidsman die met zijn hengeltje staat. Je voelt een soort verdikking van concentratie op de set Alsof iedereen steeds stiller wordt. Spannend: halen we het of halen we het niet? Met name de scènes met Jeroen (Krabbé), die repeteerden we niet eens op de set. Vanuit de schmink, zitten, en draaien kom op! Dan waren we vertrokken. Een geweldige ervaring.

MOEDER IK WIL BIJ DE REVUE
Dorpsjongen die bij de revue wil in de jaren 50, dramaserie, MAX, 2012


Ach, wat jammer dat mijn vader en moeder dood zijn, dat ze dit niet hebben kunnen zien! Het simpele, praktische aspect datje in ouderwetse kleren acteert, datje in een oude auto wegrijdt, doet heel veel met je. Je krijgt er dingen cadeau door. We moest ons bijvoorbeeld ontzettend bezighouden met de omgangsvormen van die tijd. Als je dan een oud jasje van dikke stof aanhebt, ga je je als vanzelf stijver, vormelijker gedragen. Als ik moet zeggen: 'Zeg, eet eens leeg, dat bord!' gaat dat met een stijf pak makkelijker dan met een trainingsbroek aan. Geef een vrouw platte schoenen of hakken een wereld van verschil. Ben jij wel eens helemaal kaal geweest?
Het is écht anders. Of dit een serie voor ouderen is? Geen idee. Tijdens het maken denk ik er nooit aan voor wie ik het aan het doen ben. Ik denk, geloof ik, vooral aan mezelf. Als kijker. Als ik iets maak, moet ik dat met volle overgave kunnen doen. Omdat ik het mooi, waardevol, geestig vind. Als ik het zelf eigenlijk niet goed zou vinden, zou dat hautain zijn. Want je gaat óf op je hurken zitten, óf je gaat duurder doen dan je eigenlijk bent. Het klopt op geen enkele manier.

VOLGENS Robert
Huisarts in midlife, dramaserie, VARA, 2013


Een serie die afgekeurd was door het mediafonds. Met bloedend hart is dat gebeurd, ondanks de staat van dienst van zowel regisseur Joram (Lürsen), Maria als mij. Tsja. Bart Romer, Netmanager van Nederland 2, is de reddende engel geweest. Hij had het script ook gelezen, en zei: 'Er moet toch ergens een potje zijn!' We hebben het aangepast: van 50 naar 25 minuten per aflevering, van twaalf naar acht delen, en het toen toch kunnen maken. Ik heb de serie samen met Maria geschreven. Het gaat over een huisarts van mijn leeftijd. Hij zit in een fase die de omgeving vaak als midlifecrisis bestempelt, maar die door degene in die zogenoemde crisis heel anders ervaren wordt. Men zegt: "Wat sneu, hij heeft een motor gekocht.' Maar hij denkt: *Wow, waarom heb ik dit niet jaren eerder gedaan?!' Het is een apart verschijnsel. Ik heb er zelf inmiddels ook enige ervaring mee. Maar hoe je het ook bekijkt, het heeft wel met het midden van je leven te maken; je hele leven heb je maar doorgedenderd, gestudeerd, gewerkt, kinderen groot gebracht, en ineens denk je: maar waar ben ik eigenlijk gebleven in dit verhaal? Ineens ben je vijftig. De serie is begonnen met mijn idee. Ik ben zelf gaan meeschrijven omdat ik ook eens de behoefte om ergens van het begin af aan bij betrokken te zijn. Toen Maria en ik eenmaal de goede werkmethode gevonden hadden, ging het samen schrijven geweldig. Aanvankelijk niet. Ik was veel te veel met alle praktische dingen bezig, waar je je in het begin nog helemaal niet mee bezig moet zijn: ik raakte verstrikt in de verantwoordelijkheden en consequenties van alles watje schrijft. Dat werd op een gegeven moment heel vervelend. Het ging eigenlijk het beste als we op het terras zaten, ik een paar biertjes nam, en heel vrij ging zitten fantaseren.
Toen onze kinderen de deur uitgingen, was dat een enorme verandering in mijn leven. Als je ze krijgt ben je tot in de puntjes voorbereid, maar als ze weggaan is dat zomaar ineens gebeurd. Het zijn geweldige meiden, met wie je kunt lachen, kunt praten en die hun eigen eten kunnen klaarmaken. Iets hebben we blijkbaar goed gedaan! Eerst was dat schrikken, maar toen leefde ik enorm op. Ineens viel alle tijd en zorg aan mijzelf toe. Je zit op de fiets en denkt ineens: ik kan nu naar links, naar rechts, het is allemaal goed! Dit zat wel dicht aan tegen wat andere mensen een midlifecrisis noemen. Maar Maria voelde veel meer: voor de tweede keer wordt de navelstreng doorgeknipt. Ineens waren de kinderen weg, en de reuring die ze meebrachten was weg. Euforische man en verdrietige vrouw, zwartwit gezegd. We hebben een tijd moeten zoeken: hoe vinden wij elkaar dan weer? Toen we die serie gingen schrijven hadden we die problemen al achter ons gelaten. Maar we hadden dus wel rijke research gedaan. Ergens in de serie zeg ik de zin: 'Ik bevind mij momenteel in een situatie die zich het best laat typeren als een enorme klotezooi.' Dat zeg ik lachend. De therapeute zegt: 'U schijnt er niet mee te zitten.' Ik: 'Het is fantastisch.' Dat is precies een situatie die ik zelf herkende.