|
Wie zijn Iet en Dree?
Iet en Dree zijn mensen zonder schild en op een bepaalde manier tijdloos. Ze zijn van alle tijden en ze zijn zeker niet degenen die zich aanpassen aan de laatste maatschappelijke veranderingen. In 2030 rekenen zij nog steeds alles om in guldens. Ze zijn zoals ik zou zijn als alles tegen had gezeten. Ze zijn misschien wel zoals we allemaal diep van binnen zijn, als we onszelf helemaal afschillen: in wezen zoiets als onbedorven, maar weerloze kinderen. Iet en Dree zijn randfiguren. Lange tijd was de wereld hun interieur. Ze zijn allebei stevige drinkers geweest en het leven is er flink doorheen getrokken. Hun leven kreeg wat meer contour toen zij een bootje gingen bewonen. Het was maar een klein gammel bootje, niet eens met een ruim, alleen maar met een kajuitje, maar het was perfect voor Iet en Dree. Het bootje was hun thuis zonder dat ze het benauwd kregen, want bootje was een bijzonder onaangepast lelijk ding waar niemand een stuiver voor wilde geven, maar zij hielden ervan. Door onteigening van hun bootje is hen in Osdorp een flatje toegewezen. Op dat moment begint de serie. Hun historie heb ik in detail in m'n hoofd maar die doet er voor de kijker niet toe. Het gaat erom waar die historie toe geleid heeft; hoe ze nu zijn, hoe ze zich manifesteren en hoe ze praten vooral, en we willen graag weten of ze het gaan redden. Hoe deze types het gaan doen in deze nieuwe fase in hun leven; in de toegewezen flat. Gaan zij ons leven, het leven van de kijker, met alle comfort, alle zekerheden, en alle saaiheid prevaleren boven het leven van een outcast of vallen ze terug. Het is het omgekeerde patroon van wat we misschien wel es gezien hebben; een keurig mens komt tot verval en op een karton onder de brug te liggen. Iet en Dree treden juist toe tot de ons bekende wereld. Iet en Dree zijn jarenlang vrijbuiters geweest, de puberale anti-burgerlijkheidsfase zijn ze allebei nooit te boven gekomen. Ze hadden allebei al een heel straatleven achter de rug toen ze elkaar zo rond hun dertigste leerden kennen. Toen zijn ze nog een jaar of tien samen 'op stap' geweest. Kilometers en kilometers legden ze per dag af, door de stad. Van café; naar bankje naar café;, naar plantsoentje, naar het koffiezetapparaat voor gratis koffie bij Albert Heijn, naar de Sociale Dienst, naar De Volkenbond voor een hapje eten, naar vrienden bij een vuurtje op het woonwagenkamp net buiten de stad, op zaterdag naar de Victorie Outreach Church voor nieuwe kleren, en op zondag naar de Pinkstergemeenschap voor koffie met een stuk taart. Een druk leven zonder enige verplichting en zonder dat ze aan iemand verantwoording hoefden af te leggen. Maar zo rond hun veertigste werd het straatleven, met alle commotie, wel wat zwaar. Toen hebben ze nog enkele jaren in betrekkelijke rust op Bootje gewoond. (Ze noemen het bootje altijd Bootje.) En nu dan de nieuwe fase; meer comfort dan ze ooit voor mogelijk hadden gehouden. Een echte slaapkamer, een douche, een keuken én verwarming! Iet en Dree zijn enorm met elkaar verstrengeld geraakt. Ze kunnen elkaar erg goed 'laten'. Iet heeft, als ze niet gedronken heeft, altijd iets weemoedigs, iets treurigs, iets bangigs en Dree is, als ie niet gedronken heeft de liefste, zachtste man ter wereld. Tijdens het schrijven hoor ik bij Iet de volgende grondtoon: "Ik zou eigenlijk best dood willen, wat lijkt het me fijn om dood te zijn." Dit zal ze nooit zeggen, maar dat doodsverlangen is sterk bij haar aanwezig en zingt vaak mee in wat ze zegt. En bij Dree: "Ik wil liefde geven, aan iedereen liefde geven." Ze hebben al enige jaren geen seks meer en dat is geen punt. De wilde jaren zijn voorbij en ze zijn wat verstilder en wat vermoeider dan enige jaren geleden. Dat komt niet in de laatste plaats omdat Dree niet meer drinkt. Iet drinkt nog wel, maar niet in de flat. Als het me lukt dan zullen veel mensen geraakt worden door de ongeschondenheid van Iet en Dree. Ze zijn ontwapenend omdat ze zich niet gewapend hebben. Wij kennen allemaal wel mechanismes, trucs en handigheidjes om overeind te blijven, om te overleven, om sterk over te komen, om een evenwichtig iemand te lijken, om ons doel te bereiken. Al die volwassenheden zijn Iet en Dree totaal onbekend. In die zin staan ze heel dicht bij hun wezen. Cynisme kennen ze niet. Ze hebben geen enkel idee over hoe ze overkomen, geen enkel vorm van bewustzijn daarover; dat interesseert ze ook niet. Ze hebben veel problemen gekend en ook in de serie zijn er veel te overwinnen problemen, maar die zijn allemaal van zeer praktische aard; hoe zet je een kast in elkaar? Hoe hou je ongenode gasten buiten de deur? Hoe kijk je televisie zonder zapper? Hoe kom je de dag door zonder drank? Waar laat je je honden uit in een nette buurt? Hoe leer je jezelf een sleutel mee te nemen als je naar buiten gaat? Et cetera. Problemen met het 'ik' zijn hen onbekend. Ze kunnen niet reflecterend over hun eigen gevoelswereld praten. In die zin zijn ze als kinderen en dat zal veel mensen aanspreken denk ik. Ze hebben iets behouden wat wij verloren hebben, of ingeruild voor 'zekerheid'. Maar dan is er nog de andere kant van meneer en mevrouw en die leren we kennen als er sprake is van een terugval in hun oude leven. Dan zitten ze met maatjes en boefjes op een goedkoop terras te keilen en dan zien we totaal andere mensen; extrovert, brutaal en grappig. Ze 'overtillen' zichzelf een beetje en we zien ook wel dat dit vroeger misschien leuk was, maar nu geen maanden meer zo zou moeten doorgaan. Ze zijn er gewoon een beetje te oud voor. |
Waarom in de flat?
Er ligt veel achter hen en misschien niet zo veel meer voor hen. Er is heel veel gebeurd, ze hebben veel heftige dingen meegemaakt waar af en toe iets over meegedeeld wordt, maar nu is er dan 'de nieuwe fase'. Als we Iet en Dree zouden volgen toen ze nog op straat woonden of op Bootje, zou dat een situatie geven die heel statisch van aard zou zijn, zoals vaak in documentaires het geval is. Het leuke van de flat is dat er wat te overwinnen valt en dat we elke aflevering kunnen eindigen met dat de bel gaat. Het behoud van de flat is de inzet die ze uiteindelijk verliezen. Daarbij past het bij de fase van hun leven om niets meer mee te maken. Om er alleen nog maar over te praten. In die zin kunnen de outlines voor de afleveringen wat vertekenend zijn, want als tijdens het schrijven blijkt dat de gebeurtenissen de eigenheid van hun manier van praten over helemaal niets, of over wat is geweest, of over het terugkerend thema: 'leven hoe doe je dat ook alweer?' in de weg staan, dan zal er minder gaan gebeuren. |
Iet en Dree
Iet (Loes Luca). Zij is altijd overal al een buitenstaander geweest en weet ook niet beter.
Zij is het meisje waar niemand op zat te wachten; een ongewenste nakomeling, niet knap, niet intelligent, niet begaafd, niet origineel en niet opvallend. Ze kon niet goed leren, ze stotterde vroeger, ze had een beugel en peentjesrood haar. Ze weet niet beter dan dat de wereld bestaat uit mensen die niet op haar letten en op den duur is dat gevoel van 'niet gezien worden' een veilig gevoel geworden. Ze is niet verbitterd, ze is alleen diep van binnen eigenlijk wel een beetje klaar met hier zijn. Dieren en kleine kinderen, dat is de wereld waar ze vertrouwd mee is. Verder laat alles haar behoorlijk onverschillig. Ook het contact met Dree is weliswaar vertrouwd en hecht en haar heel dierbaar, maar iets in haar weerhoudt haar ervan om grote gevoelens te hebben, als ze nuchter is. Haar staat van zijn is misschien wel het best te vergelijken met die van een kat. Ze is. Ze droomt wat. En ze ziet wat. En ze doet es wat. Natuurlijk is ze op haar achttiende zwanger geraakt van de verkeerde man. Natuurlijk liet hij haar alleen toen het kind drie jaar was en natuurlijk was er nauwelijks steun voor Ietje. Ze heeft het gered met haar kind, maar het kind is inmiddels een monstrueus wezen van 28 jaar dat vol woede zit, altijd en overal. Zoals Ietje nog steeds nauwelijks gezien wordt, zo nadrukkelijk is de aanwezigheid van haar dochter. (Denk aan de moeder en dochter uit de film Secrets and Lies). De dochter zullen we in twee afleveringen ontmoeten. Nu klinkt bovenstaand misschien wat zwaar, maar Iet is niet zwaar. Iet is volkomen in evenwicht met zichzelf en haar zware kant is een totaal geaccepteerd onderdeel van haar staat van zijn. Zij zit er niet mee. Alleen als Ietje gedronken heeft, en dat doet ze graag, dan zien we een andere kant; ordinair, schreeuwerig, brutaal, alert, grappig, provocerend en nergens bang voor. Dree (Peter Blok). Dree is de droom van zijn vader geweest. Een jongen uit de middenklasse, vader had een kantoorbaan, die niet zo heel veel kon behalve fenomenaal voetballen. Dree zou de nieuwe Johan Cruyff worden. Zijn hele jeugd draaide om voetballen en gestaag heeft hij zich weten op te werken tot hij gescout werd voor Ajax. Ook bij deze club viel zijn talent op en er werd hem een contract aangeboden. Hij moest daarvoor wel intensief gekeurd worden en op die dag is zijn wereld ingestort. Dree bleek te beschikken over een paar 'rotte poten'. Rotte poten zijn benen waarvan men weet dat er bij extreem intensief gebruik zoals bij professionele trainingen het geval is, binnen afzienbare tijd gedonder meekomt. Blessures, verzwikkingen, gewrichtsklachten, noem maar op. Zo ver is het nooit gekomen, want Dree is afgewezen voor de profselectie. En daarmee kwam er een einde aan zijn jeugd. Hij heeft de klap in eerste instantie zelf heel goed verwerkt, maar wat de afwijzing bij zijn familie teweeg bracht heeft hem kapot gemaakt. Nooit daarvoor had hij zich gerealiseerd dat hij voor heel zijn familie, en met name voor zijn vader, de reddende engel was, de enige mogelijkheid om ooit de middenklasse te ontstijgen. Na wat pijnlijke en moeizame jaren is hij met ruzie thuis weggegaan en is er nooit meer teruggekomen. Aanvankelijk kwam hij uit Alkmaar, maar in Amsterdam begon hij met zwerven en drinken en dat is pas opgehouden tot hij Ietje ontmoette en ze samen op Bootje gingen wonen. Hij is buitengewoon zachtaardig behalve als ie gedronken heeft. Dan is ie in staat om op de Nieuwmarkt de kerstboom uit de grond te trekken, zoals ie wel es gedaan heeft. Ietje is zijn houvast in het leven. Hij is gehecht aan haar aanwezigheid. Seks is er niet meer bij, en dat interesseert hem eigenlijk ook niet. Diep van binnen weet hij dat Ietje een intens doodsverlangen heeft en dat maakt haar voor hem alleen maar nog dierbaarder, want hij denkt, en waarschijnlijk heeft ie daar gelijk in, dat ze er alleen nog maar is, omdat hij er is. Dus zijn leven heeft uiteindelijk wel degelijk bestaansrecht gekregen. |
|
|